Aansporing tot vurig bidden

Dit zijn de slotwoorden van het boekje ‘Kenmerken van Gods kinderen’, geschreven door Jean Taffin (1529-1602), een van de eerste gereformeerde/calvinistische theologen in ons land, bekend als hof-predikant van Prins Willem van Oranje.

“Doch daar het God is, Die in ons werkt beide het willen en het werken naar Zijn welbehagen, zult u zich bovenal moeten benaarstigen Hem vurig en gedurig te bidden. Chrysostomus (een kerkvader, EM) heeft gezegd: Het gebed is de ziel van onze ziel; het gebed is de ziel die levend maakt alle daden en werken der kinderen Gods. Toen Mozes de handen ophief naar de hemel werden Jozua en zijn mannen versterkt en behaalden zij de overwinning op de Amalekieten. Zonder de genade Gods, die wij op het gebed verkrijgen, is al wat wij doen maar ijdelheid. Het geloof is de sleutel waarmee wij de schatkisten openen van onze God, en het gebed is de hand om de schatten eruit te halen en ons rijk te maken. Het gebed heft onze harten op van de aarde tot de hemel. Ververst de herinnering aan de beloften Gods om u daardoor te versterken; zoekt zekerheid en veiligheid tegen alles wat u zou kunnen doen vrezen; verkrijgt al wat u zou kunnen wensen.  Het gebed geeft onze zielen rust en vrede, het onderhoudt en versterkt de vreze Gods, het vermeerdert de begeerte om te gaan tot Hem in Wie de oorsprong en de volheid is van alle dingen. Het gebed leert ons de wereld verachten, ons te vlees te kruisigen. In het gebed krijgen wij de hemelse en eeuwige goederen voor ogen, naar welks genot wij zuchten. Er is niets zo begeerlijk als omgang te hebben met Hem zonder Wie wij niet gelukzalig kunnen zijn. Wilt u immer met God verkeren, dan zult u moeten (Bijbel, EM) bidden of moeten lezen. Bidden wij, dan spreken wij met God; lezen wij, dan spreekt God met ons. In de mate waarin wij geoefend zijn in het bidden, in diezelfde mate zijn wij ook gevorderd in de vreze Gods.

Daarom mogen wij nooit ophouden met bidden. Wij mogen ook niet in ons bidden de moed verliezen. Zelfs niet als de Heere vertrekt om ons des te meer te doen gevoelen wat de vruchten zijn van het gebed. Want wij hebben de belofte van Hem, Die niet liegen kan, dat al wat wij van Hem bidden, in de Naam van Jezus Christus, ons zal gegeven worden. Vertoeft Hij een poosje, wacht Hij een poosje met ons de vruchten van ons gebed te doen ervaren, het is om ons bestwil. Laat de hoop, die de dochter is van het geloof, intussen haar moeder, het geloof, voeden en sterken, om in standvastigheid te wachten op de vervulling van Gods beloften. Laten wij dan volharden en wachten, in de zekerheid dat God, in Zijn grote liefde en in Zijn Vaderlijke goedheid, ons welzijn zoekt. Hij kan, naar Zijn oneindig alvermogen, ons geven al wat wij van Hem bidden. Hij wil ons ook verhoren, want Hij is getrouw. In Zijn wijsheid kent Hij de meest geschikte tijd om ons de vruchten van onze gebeden te doen ervaren. Bernard (van Clairveaux(?), EM) zegt: Ook als het maar de dingen van dit aardse leven betreft, is ons gebed nog maar net uit onze mond of het staat al in Gods boek opgeschreven; en wij dienen er dan ook van verzekerd te zijn, zegt hij verder, dat óf de zaak zelf die wij gebeden hebben,  óf iets anders dat nog veel nuttiger is, ons door Hem gegeven zal worden.

Tot besluit, het gebed is ook het aller-krachtigste en het meest vruchtbare werk der liefde, aangezien wij daardoor onze naasten, zowel die tegenwoordig zijn als die afwezig zijn, zowel de bekende als de onbekende, zowel de grote als de kleine, helpen, te weten aan geestelijke én aan lichamelijke goederen en zegeningen. Zij worden voor hen door ons afgebeden.

In dit vertrouwen, zeer geliefde en eerwaarde broeders, zal ik volharden in mijn verschuldigde plicht der liefde om God vurig voor u te bidden. En vooral dit boek, behelzende mijn vriendelijke vermaning, welke ik u heb toegeëigend, zal ik besprengen met mijn gebeden tot God. Ik zal Hem bidden uit de grond van mijn hart, dat u, na door dit boek versterkt en vertroost te zijn in de ware leer, daarin ook standvastig zult mogen volharden, en dat u haar zult verzegelen met werken van godzaligheid en liefde, u verheugende in de Heere dat u Zijn lieve kinderen zijt in Christus Jezus. Ik zal Hem ook bidden dat u mag overwinnen alle verzoekingen en aanvechtingen, door de kracht van de Heiligen Geest; en dat u als overwinnaars tenslotte zult mogen komen tot het bezit van de kroon der heerlijkheid, die God heeft weggelegd voor al Zijn kinderen, door Jezus Christus, onze Heere.

Ik bid u ook, mijn lieve broeders, dat u zich dagelijks meer en meer benaarstigt in vurige en gedurige gebeden tot onze God, om de bescherming, de welstand en de vermeerdering van Zijn kerk, die zo geweldig van alle zijden aangevallen wordt. En dat u ook in het bijzonder aan mij in uw gebeden denken wilt, opdat het de Vader der lichten, van Wie alle goede gaven nederdalen, behagen moge Zijn barmhartigheid over mij uit te strekken tot in alle eeuwigheid, en mij immer te leiden door Zij Heilige Geest, met vermeerdering van Zijn gaven en genaden, opdat ik mijn levensloop getrouw en heilig mag voleinde, tot Zijn heerlijkheid en tot bevordering van het Rijk van onze Heere Jezus Christus. Amen