De Bijbel bestaat uit twee delen en is één verzameling van 66 boeken. Het eerste deel noemen wij het Oude Testament en het tweede deel het Nieuwe Testament. Het Oude Testament is geschreven voor het leven van Jezus, het Nieuwe Testament is geschreven na het leven van Jezus.
Voor ons als christenen is de Bijbel het belangrijkste boek dat er is. Zonder de Bijbel zouden we niet weten waar we de nodige informatie vandaan moeten halen. Wie kan ons vertellen wie God is? Wie kan ons vertellen waarom wij bestaan? Wie kan ons zeggen wat er na ons leven is? Dit kan geen mens. Er zijn wel vele pogingen gedaan. Mensen hebben de natuur nauwkeurig bestudeerd en over van alles en nog wat uitgebreid gefilosofeerd. Uitspraken over God en de mens raken soms heel dicht aan de boodschap van de Bijbel. Maar juist als het gaat om absolute waarheden, verstommen onze monden. De wereld achter de dood is een donker mysterie en wie weet wat hem daar wacht? ‘Laten we ons best doen om hier maar zo goed mogelijk te leven!’ En dan…?
Waar onze monden verstommen, heeft God Zijn mond geopend. Hij heeft gesproken! De stem die sprak om de wereld te scheppen, heeft tot mensen gesproken. Meteen al tot Adam, de eerste mens in het paradijs. God heeft gesproken tot Noach, tot Abraham, Izak en Jakob, tot Mozes en Jozua, tot richters en koningen. God heeft gesproken door Zelf te verschijnen aan mensen en door het sturen van profeten. Profeten die geroepen werden door God om Zijn boodschap door te geven. De roepingsgeschiedenissen van de profeten laten zien dat ze dit eigenlijk niet wilden en konden. Lees bijvoorbeeld de roeping van de profeet Jeremia (Jeremia 1:4-9):
Het Woord van de HEERE kwam tot mij: ‘Voordat Ik u in de buik van uw moeder formeerde, heb Ik u gekend, en voordat u uit de baarmoeder kwam, heb Ik u geheiligd; Ik heb u aan de volken tot een profeet gesteld.’ Toen zei ik: ‘Ach, Heere HEERE, zie, ik kan niet spreken, want ik ben jong.’ Maar de HEERE zei tot mij: ‘Zeg niet ‘ik ben jong‘, want overal waarheen Ik u zenden zal, zult u gaan, en alles wat Ik u gebieden zal, zult gij spreken! Vrees niet voor hun aangezicht, want Ik ben met u, om u te redden’, spreekt de HEERE. En de HEERE stak Zijn hand uit en roerde mijn mond aan; en de HEERE zei tot mij: ‘Zie, Ik geef Mijn woorden in uw mond.’
De joden hebben altijd geloofd dat het Oude Testament het Woord van God was. Ook Jezus en Zijn discipelen en het hele Nieuwe Testament spreken uitsluitend over het Oude Testament als woorden van God Zelf. Petrus (2 Petrus 1:19-21) schrijft over het Oude Testament als volgt:
En wij hebben het profetische Woord dat zeer vast is, en u doel wel, dat u daarop acht hebt, als op een licht die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de Morgenster opgaat in uw harten. Dit eerst te weten, dat geen profetie van de Schrift van eigen uitleg is; want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil van mensen, maar de heilige mensen van God, werden van de Heilige Geest gedreven en hebben ze gesproken.
In de brief aan de Hebreeën (Hebreeën 1:1) lezen we dezelfde overtuiging dat het God was Die door de profeten sprak. Maar het spreken van God is niet gestopt met de laatste profeet van het Oude Testament, God heeft ook gesproken door Zijn eigen Zoon Jezus:
God heeft nadat Hij voortijds vaak en op vele manier tot de voorvaderen gesproken heeft door de profeten, nu ook in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon.
Het Oude Testament was voor hen een gezaghebbende tekst, niet omdat het woorden van Mozes, David of andere profeten waren, maar omdat het woorden van God Zelf waren. De verzameling van deze woorden van God werd onderscheiden van andere menselijke geschriften. Het Nieuwe Testament spreekt vaak over de teksten met goddelijk gezag als ‘de Schrift(en)’, ‘de Wet en de Profeten (en Psalmen)’.
Christenen kennen dus hetzelfde gezag toe aan het Oude Testament als de joden (toen en nu), als Jezus en de discipelen. En het Nieuwe Testament? Het is dezelfde Heilige Geest door Wie de profeten gedreven en geïnspireerd werden, Die ook de schrijvers van het Nieuwe Testament heeft gebruikt om Gods woorden op te schrijven. Jezus had deze Geest beloofd aan Zijn discipelen (Johannes 16:12-13):
Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, maar jullie kunnen die nu niet dragen. Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest van de waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden.
Door de Bijbel weten wij wie God is, wie wij als mensen zijn, wie Jezus is, hoe wij moeten leven, wat onze hoop is voor na dit leven. De Bijbel heeft niet alleen goddelijk gezag, maar is ook onfeilbaar, dat betekent dat er geen leugens in staan en alles wat er over God en door God gezegd wordt, volkomen waarheid is. De Bijbel is daarnaast genoegzaam om ons geloof daarop te funderen en ons daardoor te laten leiden in alle aspecten van ons leven. Aan dit Woord van God mogen wij niets afdoen en ook niet toedoen. Alles wat in tegenspraak is met de Bijbel moet verworpen worden.
Het lezen van andere boeken is niet verboden. Het lezen van andere teksten dan de Bijbel is goed en nuttig, als het maar in overeenstemming is met wat de Bijbel leert. Het lezen en bestuderen van de Bijbel is een van de mooiste en beste dingen die een mens kan doen. Het Woord van God is voor onze ziel als het brood en drinken voor het lichaam. Het Woord van God is als een tomtom in de auto en een batterij in de telefoon. Het Woord van God is onmisbaar, noodzakelijk!
Uw woord, o God, is liefd’ en licht,
is heilig en volmaakt,
en waar het hart en schreden richt,
wordt Uw heil gesmaakt.
Heilig Woord van God,
Trooster in ons lot.
Gij zult in deze aardwoestijn
steeds ons richtsnoer zijn.
Uw heilsbeloften zijn ons brood,
dat onze zielen voedt:
Zijn levend water, dat uit nood
ons herleven doet.
Heers daarom door Uw liefdewoord
God, in ons hart altijd;
ons hart, dat enig U behoort,
zij U gans gewijd.
Om het Evangelie uit te leggen en door te geven is het ook belangrijk om te weten waarom we zeker kunnen weten dat de Bijbel een betrouwbare openbaring van God is. De uitwerking hiervan kunt u hier vinden.