De betrouwbaarheid van de Bijbel: ‘Is de Bijbel echt Gods Woord?’
Wij geloven van harte dat dit universum, deze wereld en onze eigen lichamen veel te complex zijn om toevallig te zijn ontstaan. Niemand gelooft dat een kerktoren zonder toedoen van mensen spontaan kan zijn ontstaan (bijvoorbeeld uit een explosie met stenen, zand en water). Het is nog veel minder mogelijk dat ons universum, deze wereld en onze eigen lichamen zomaar op basis van toeval zijn ontstaan. Er is een hoge mate van intelligentie en kracht nodig om dit te kunnen maken. Veel mensen die niet in (de christelijke) God geloven zeggen dit ook: er moet toch wel ‘Iets’ zijn wat er voor heeft gezorgd dat alles bestaat. Maar wat of wie dat ‘Iets’ is? Dat weet niemand! Toch…?!
Wij geloven dat de Schepper van alle dingen, die slim en sterk genoeg is om deze wereld te scheppen, ook in staat is ons te vertellen wie Hij is. Hij kan Zich openbaren! En wij geloven dat Hij dit ook heeft gedaan. In de Bijbel. Daarom staat of valt alles in het christelijk geloof met de betrouwbaarheid van de Bijbel. Is dit een betrouwbare openbaring van God? Als dat niet zo is, dan moeten we een andere betrouwbare bron vinden van Gods openbaring. Als die er niet is, kunnen we niks met zekerheid over God (‘Iets’/ Schepper), ons zelf en deze wereld zeggen. Maar áls de Bijbel het betrouwbare Woord van God is, dan weten we wie God is, wie wij zijn en wat God van ons als mensen wil.
Waarom zijn wij er zeker van dat de Bijbel het Woord van God en een volkomen betrouwbare openbaring is?
Deze vraag kan verkeerd beantwoord worden. Daarom begin ik met drie argumenten die niet de reden zijn waarom alle mensen noodzakelijk zouden moeten geloven dat de Bijbel een betrouwbare openbaring van God is.
- Niet omdat onze ouders dit ons verteld hebben. We geloven niet in de Bijbel als Gods Woord omdat we dit hebben meegekregen in onze opvoeding of vanuit de kerk. Dat zou de Bijbel evenveel (of even weinig) gezag geven als de Koran, waar een moslim mee wordt opgevoed.
- Ook niet omdat wij dit zelf zo voelen. Het gezag van de Bijbel hangt niet af van ons gevoel, want dan zou de Bijbel geen gezag hebben voor degene die er niks bij voelt. Het is wel zo dat wij het gezag van de Bijbel voelen, maar dat is omdat de Bijbel daadwerkelijk goddelijk gezag heeft.
- Ten derde, ook niet omdat het onze levens heeft veranderd. Er zijn andere boeken (uit andere religies) die levens van mensen hebben veranderd. Het is wel waar dat de Bijbel levens verandert, maar het is geen geldig argument.
Hoe kunnen we er dan wel zeker van zijn? Wie kan ons die zekerheid geven?
Wie of wat heeft het hoogste gezag in de wereld? Dat is God. Niemand hoeft te geloven dat de Bijbel Gods Woord is omdat mensen het zeggen of de kerk dit leert. Dan zouden mensen of de kerk meer gezag hebben dan de Bijbel. De Bijbel heeft de goedkeuring of acceptatie van mensen niet nodig om Gods Woord te zijn/worden/blijven. Als de Bijbel daadwerkelijk Gods openbaring is, dan heeft het in zichzelf het hoogste gezag. De vraag is dus allereerst: Getuigt de Bijbel van zichzelf dat het Gods Woord is?
Ja zeker! In het Oude Testament spraken de profeten in de Naam van de HEERE. Ze claimden dat wat zij zeiden, daadwerkelijk woorden van God waren. Zie als voorbeelden hiervan Mozes in Deuteronomium 1:6; 4:1-2 en 34:9-11; zie Jozua in Jozua 1:1, 24:2; Micha in 2 Kronieken 18:13; Jeremia 1:4-9. De HEERE had criteria gegeven aan het volk hoe ze ware en valse profeten konden herkennen: Deuteronomium 18:15-22. Wie het Oude Testament leest, ziet steeds een openbaring van God en dat men spreekt in Zijn Naam: ‘Zo zegt de HEERE’; ‘En de HEERE zei…’ Het Oude Testament staat vol met beweringen van mensen die zeggen dat zij zelf niet spreken, maar dat ze het Woord van God doorgeven.
In het Nieuwe Testament is het een vaststaand feit: heel het Oude Testament is het Woord van God. Dus ook daar waar de HEERE niet direct spreekt. Dit wordt duidelijk in Johannes 10:35 ‘de Schrift kan niet van kracht beroofd worden’; in Lukas 16:17: ‘Het is gemakkelijker dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat één tittel van de wet wegvalt.’ In 2 Timotheüs 3:16 ‘Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig..’ In Romeinen 3:2 wordt het Oude Testament ‘de woorden van God’ genoemd. Daarom zegt Handelingen 7:38 dat het ‘levende woorden’ zijn.
Op het moment dat Jezus en de apostelen het Oude Testament citeren, maken ze duidelijk dat ze ook die gedeelten uit het Oude Testament als Woord van God citeren waar niet letterlijk gezegd wordt dat de HEERE aan het woord is. In Mattheüs 19:3-4 wordt Genesis 2:24 geciteerd als woord van God. In Handelingen 4:24 wordt Psalm 2:1vv geciteerd. Dit zijn Woorden van God, gesproken door de mond van David! Hiermee te vergelijken is het citaat van Psalm 16:10 in Handelingen; Jesaja 6:9vv. in Handelingen 28:25. In Hebreeën 1:8vv wordt Psalm 45:6vv en Psalm 102:25vv. geciteerd als woorden van de Heilige Geest. In Hebreeën 10:16vv wordt Jeremia 31:33 als woord van de HEERE geciteerd.
Conclusie: Volgens het Oude en Nieuwe Testament is heel het Oude Testament het Woord van God!
Hoe is dit voor het Nieuwe Testament? Ook hier claimen de schrijvers goddelijk gezag. Paulus schrijft aan de Thessalonicenzen: ‘Daarom danken wij God zonder ophouden, dat u, toen u van ons het gepredikte Woord van God hebt ontvangen, het ook aangenomen hebt, niet als een mensenwoord, maar (zoals het werkelijk is), als Gods Woord, dat ook werkzaam is in u die gelooft.” (1 Thessalonicenzen 2:13)
Mensen worden volgens Paulus gered door het geloof. Geloof waarin? Door het horen van het Woord van God (Romeinen 10:17). In 1 Korinthe 2:1-5 zegt Paulus dat hij het getuigenis van God verkondigde en in Galaten 1 zegt Paulus dat hij het Evangelie niet ontvangen heeft van mensen, maar als een directe openbaring van God (Galaten 1:15-17). Het Nieuwe Testament is geschreven door mensen die de Heilige Geest hadden ontvangen om ons te leiden in al de waarheid (Joh. 16:12-13).
Heel de Bijbel, zowel het Oude als Nieuwe Testament doen dezelfde claim. Dit wordt samengevat in Hebreeën 1:1: ‘Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon.’ De Bijbel claimt van zichzelf dat dit het Woord van God is, waar niemand iets aan toe kan doen of af kan doen zonder daarmee een oordeel over zich af te roepen. Zie bijvoorbeeld Openbaring 22:18-19. De Bijbel eist op gezag van God geloof en gehoorzaamheid.
Conclusie: Zowel het Oude als het Nieuwe Testament getuigen van zichzelf dat ze het Woord van God zijn en daarom goddelijk gezag hebben over alle mensen.
Als de Bijbel afhankelijk zou zijn van het gezag van anderen, of andere bronnen, dan zou het niet Gods Woord zijn. God heeft het hoogste gezag en Zijn spreken kan niemand betrouwbaarder of geloofwaardiger maken dan het is. Het feit dat de Bijbel van zichzelf duidelijk maakt dat het Gods Woord is en geen beroep doet op gezag buiten zichzelf, is dus een sterk argument om dit daadwerkelijk te geloven!
Dit is ook de reden dat mensen het goddelijk gezag van de Bijbel hebben aanvaard. De Bijbel zelf overtuigde hen dat het Woorden van God waren. Zoals niemand hoeft te bewijzen aan iemand die in de zon zit dat de zon warmte en licht geeft, zo hoeft niemand te bewijzen aan iemand die de Bijbel leest, dat dit het Woord van God is. Elk mens zal dit erkennen, tenzij die persoon geestelijk verblind en dood is… (zie 2 Kor. 4:4; Efeze 2:1) En dat is volgens de Bijbel precies het probleem van ons als mensen, tot het moment dat we gered worden. ‘De natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem.” (1 Korinthe 2:14)
Als u dus niet inziet en gelooft dat de Bijbel het Woord van God is, zegt dit niks over de goddelijke kracht en betrouwbaarheid van de Bijbel, maar alles over de toestand van u als zondaar. Het probleem van het aanvaarden van de Bijbel als Woorden van God, ligt niet in de Bijbel, maar in de mens. Dit heeft niet alleen met onmacht te maken, maar vooral ook met onwil. Het zijn onze zonden die leiden tot onze geestelijke dood. Door te zondigen hebben wij gekozen voor de geestelijke dood en dit heeft tot gevolg dat we God en Zijn Woord nooit goed zullen kennen en geloven, totdat de Heilige Geest ons geestelijk leven geeft.
Zijn we daarmee uitgepraat? Nee zeker niet. Want Godheeft voor alle mensen, ook zij die door de zonde geestelijk blind zijn, genoeg reden en bewijs gegeven dat de Bijbel daadwerkelijk betrouwbare woorden van God zijn. Het is mogelijk om de betrouwbaarheid van de Bijbel aan te tonen voor iedereen die daar oprecht voor open staat. Als dit bij u het geval is, lees dan vooral door!
De betrouwbaarheid op basis van de getuigen
De Bijbel heeft een boodschap. Deze boodschap staat niet los van deze wereld en onze werkelijkheid. De Bijbel vertelt over concrete historische gebeurtenissen. In de Bijbel wordt verteld wat God in de geschiedenis heeft gedaan op deze aarde voor ons als mensen. Hoe kun je historische gebeurtenissen bewijzen? Dat kan niet met natuurwetenschappelijke methoden. De historische wetenschappers werken met andere methoden om vast te stellen wat er wel en niet is gebeurd in het verleden. Zo kan men ook kijken naar de gebeurtenissen in de Bijbel, bijvoorbeeld over het leven van Jezus. Kunnen we er zeker van zijn dat ze werkelijk hebben plaatsgevonden?
Voor gebeurtenissen waar we zelf niet bij waren en waar geen camerabeelden van zijn, zijn we afhankelijk van getuigen. Mensen die er wel bij waren, het met hun eigen ogen hebben gezien en met hun oren hebben gehoord. Getuigen zijn in staat om anderen die er niet bij waren informatie en zekerheid te geven over wat er is gebeurd. Als getuigen niet meer leven, kunnen wij de verslagen van getuigen gebruiken die zij zelf hebben opgeschreven of door anderen laten opschrijven.
In de rechtbank wordt er ook gewerkt met getuigen. Er zijn een aantal criteria om te bepalen of de getuigen genoeg bewijs leveren. Het eerste criteria is het aantal getuigen. Hoe meer getuigen, hoe betrouwbaarder hun verhaal is. In het Nieuwe Testament zijn de discipelen (vrienden) van de Heere Jezus de eerste getuigen. Twaalf discipelen hebben drie jaar lang met Jezus opgetrokken en zij getuigen van alles wat zij hebben gezien en gehoord. Ze getuigen van Zijn leven, sterven en opstanding.
Jezus doet veel dingen die voor ons als mensen onmogelijk zijn om te doen. Dat bewijst dat Jezus geen gewoon mens is, maar door God is gezonden en Zijn Zoon is. Hoe weten we of die wonderen echt zijn gebeurd? Op basis van de getuigen. Zij beweren dat zij het hebben gezien met hun eigen ogen! Hoe weten we dat Jezus echt is opgestaan? Door te luisteren naar de getuigen en vast te stellen of zij betrouwbaar zijn. Zijn er genoeg getuigen? Volgens 1 Korinthe 15:4-8 is Jezus na Zijn opstanding uit de dood verschenen aan veel verschillende personen op verschillende momenten. Op één moment is Jezus verschenen aan meer dan 500 mensen tegelijk. Dit schrijft Paulus aan de mensen in Korinthe, die het natuurlijk ook moeilijk vonden om te geloven dat iemand uit de dood is opgestaan. Dat kon vroeger net zo min als vandaag de dag… Maar Paulus wijst ze op alle getuigen en zegt over de 500 getuigen: ‘van wie de meesten nog in leven zijn…’ Met andere woorden: mocht je mij niet geloven, je kunt het navragen! Voor de betrouwbaarheid van getuigenis is het belangrijk dat iets falsifieerbaar is, te toetsen. Dit is in het Nieuwe Testament zeker het geval.
Het aantal getuigen is meer dan voldoende. Maar hoe weten we dat zij geen verhaal hebben verzonnen? Het tweede criteria is om na te gaan welk belang de getuigen hebben bij hun verhaal. Wat voor voordeel hebben zij erbij om te vertellen dat Jezus is gestorven en opgestaan? Wilden ze er rijk mee worden? Wilden ze mensen entertainen? De twaalf discipelen van Jezus beweren dat ze alleen die dingen verkondigen die ze zelf hebben gezien en gehoord. Ze zeggen met veel nadruk dat ze geen kunstig bedachte fabels verkondigen (2 Petrus 1:16). Hun getuigenis heeft hen een moeilijk leven gegeven. Al vrij snel werden de discipelen vervolgd. Eén van de getuigen, Jakobus, werd al binnen een paar jaar gedood (Hand. 12:1-2). Alle discipelen hebben een leven van lijden gehad, omdat ze Jezus verkondigden als gekruisigde en opgestane Redder van de wereld. Alle discipelen zijn de marteldood gestorven. Wie is er bereid te sterven voor een doelbewuste leugen..?! Het feit dat de discipelen bereid waren te sterven voor hun getuigenis, bewijst dat hun getuigenis betrouwbaar is.
Om te bepalen of de getuigen betrouwbaar zijn, moet men ook naar hun achtergrond en karakter kijken. Hebben ze een strafblad? Zijn ze eerder in aanraking geweest met de politie? Komen ze eerlijk en betrouwbaar over? Hiervoor zult u zelf het Nieuwe Testament moeten lezen om dit te bepalen. Als ik het Nieuwe Testament lees dan proef ik eerlijkheid, oprechtheid en liefde bij de getuigen. Ze zijn recht door zee, maken dingen niet mooier dan ze zijn en waarschuwen heel streng tegen alle vormen van liegen en misleiden. Het zou heel erg hypocriet zijn als hun getuigenis zelf één grote leugen was!
Het vierde criteria heeft te maken met de overeenkomsten en verschillen tussen de getuigenissen. Als alle getuigen hele andere feiten vertellen (bijvoorbeeld dat Jezus verdronken is, dat Hij onthoofd is én dat Hij gekruisigd is), dan maakt dat hun getuigenis verdacht en super onbetrouwbaar. Er moet voldoende overeenkomst zijn tussen het verhaal van de verschillende getuigen. Het Nieuwe Testament is geschreven door en op basis van veel verschillende getuigen, die in de kern allemaal exact hetzelfde vertellen. Tegelijk zou het vreemd zijn als alle getuigen volledig hetzelfde zouden vertellen. In een rechtszaak zouden de getuigen gewantrouwd worden als ze precies hetzelfde verhaal vertellen. Dat is doorgestoken kaart! Dat moet onderling zijn afgesproken! Verschillende getuigen zullen dingen vertellen vanuit hun eigen perspectief en daarom zullen de details verschillen. En dat is precies wat we ontdekken als we de verschillende getuigenverslagen in het Nieuwe Testament met elkaar vergelijken.
Toen een atheïstische journalist (Lee Strobel), die voor zijn werk veel met rechtszaken bezig was, het christelijk geloof op deze manier had onderzocht, kwam hij tot bekering en geloof. Hij zei: ‘In geen rechtszaak heb ik een zaak meegemaakt met zoveel bewijs op basis van de getuigen. Ik kan het getuigenis van de schrijvers van het Nieuwe Testament niet verwerpen zonder hun oneerlijk te behandelen. Als ik hun verhaal niet geloof, is dat niet omdat er te weinig bewijs is, maar omdat ik het onomstotelijke bewijs van de waarheid niet wil geloven.’ (Bron: L. Strobel, Bewijs genoeg) |
Als voorbeeld een paar citaten van twee getuigen uit het Nieuwe Testament. Het zijn beiden discipelen van Jezus: Johannes en Petrus. Johannes schrijft: ‘Wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij u…’ (1 Johannes 1:3) Hij zegt verder: ‘En die het gezien heeft, die getuigt ervan, en zijn getuigenis is waar. En hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook u gelooft.’ (Johannes 19:35).
Petrus schrijft: “Want wij zijn geen kunstig bedachte fabelen nagevolgd, als wij u bekendgemaakt hebben de kracht en toekomst van onze Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit. Want Hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid ontvangen, als zodanig een stem van de hoogwaardige Heerlijkheid tot Hem gebracht werd: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb.’ En deze stem hebben wij gehoord, als zij van de hemel gebracht is geweest, toen wij met Hem op de heiligen berg waren.” 2 Petrus 1 vers 16-18.
Conclusie: er zijn meer dan voldoende betrouwbare getuigen in het Nieuwe Testament om absoluut zeker te zijn van de boodschap van de Bijbel.
De getuigen van het Nieuwe Testament verkondigen wat ze gezien en gehoord hebben. Zij beroepen zich echter niet alleen op wat zij zelf gezien en gehoord hebben, ze onderbouwen de betrouwbaarheid van hun getuigenis met het Oude Testament. Alles wat zij verkondigen was door God van te voren al voorzegd door de profeten van het Oude Testament.
Daarom zegt Petrus: “En wij hebben het profetisch Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanlicht en de Morgenster opgaat in uw harten. Dit eerst wetende, dat geen profetie van de Schrift is van eigen uitlegging; want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil van mensen, maar de heilige mensen van God, van de Heilige Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken.” 2 Petrus 1 vers 19-21
In het Oude Testament staan heel veel profetieën die beloften doen over de komst van een Redder naar deze wereld (de Messias). Toen Louis Lapides, een Joodse professor in Amerika, door een christen werd uitgedaagd onderzoek te doen naar de mogelijkheid dat Jezus de beloofde Messias was, ging hij het Oude Testament door om alle teksten op te schrijven die volgens hem duidelijk spreken over de Messias. Hij vond meer dan 300 teksten. Vervolgens ging hij het Nieuwe Testament lezen. Tot zijn grote verrassing ontdekte hij dat de ene naar de andere profetie volgens het Nieuwe Testament vervuld was in Jezus. Hij kwam tot de volgende conclusie:
Volgens het Nieuwe Testament zijn alle profetieën over de Messias in het Oude Testament vervuld in Jezus van Nazareth of zullen nog vervuld worden aan het eind van de wereldgeschiedenis.
Het was voor Lapides moeilijk om dit te geloven. De naam van Jezus heeft in de loop van de geschiedenis een grote negatieve lading gekregen, door alles wat de Joden door christenen is aangedaan. Hij ontdekte echter dat het Nieuwe Testament heel Joods is en absoluut niet oproept tot Jodenhaat. Hij ging naar een wiskundeprofessor (Peter W. Stoner) en vroeg hem: ‘Hoe groot is de kans dat 300 profetieën, die honderden jaren eerder zijn opgeschreven, toevallig in één persoon vervuld worden?’ De wiskundeprofessor zei dat het onmogelijk is dat in een getal uit te drukken. De kans dat 48 profetieën ‘toevallig’ vervuld zijn in Jezus, zei hij, is één op de biljoen tot de macht dertien (Lee Strobel, Bewijs Genoeg, p. 197). Hij zei: als je een stapeltje van 10 centimeter euromunten over heel deze staat in Amerika legt en je markeert er één met een rode stift. Hoe groot is de kans dat een blinde precies deze munt eruit pakt..?! Lapides kwam tot geloof in Jezus.
“De Bijbel is een betrouwbare collectie van historische documenten geschreven door (oog)getuigen tijdens het leven van andere ooggetuigen, die bovennatuurlijke gebeurtenissen rapporteren die plaatsvonden in vervulling van specifieke profetieën en die claimen dat hun geschriften goddelijke in plaats van menselijke oorsprong hebben.” In tegenstelling tot veel andere ‘heilige’ boeken is de Bijbel een collectie. De Bijbel is geschreven: Op drie verschillende continenten: Azië, Europa en Afrika. In drie verschillende talen: Hebreeuws, Grieks en een beetje Aramees. Door meer dan 40 verschillende mensen uit verschillende lagen van de bevolking: koningen (bijv. Spreuken), vissers (Johannes en Petrus), belastinginners (Mattheüs), dokters (Lukas), geschiedkundigen en nog vele anderen waarvan de meesten elkaar nooit ontmoet hebben. Samen schreven ze 66 Bijbelboeken. Deze 66 Bijbelboeken bevatten honderden onderwerpen die samenkomen in een samenhangende eenheid over een verlossingsverhaal en zijn geschreven in een periode van meer dan 1500 jaar! Dit maakt het betrouwbaar! (Bron: Voddie Baucham, Why you can believe the Bible – https://www.youtube.com/watch?v=G1XJ7DeR5fc&t=43s) |
Andere zwaarwegende argumenten
- Getuigenis van Nieuwe Testament wordt meer dan voldoende bevestigd door andere bronnen buiten de Bijbel.
- Meer dan 5000 Griekse handschriften/kopieën bewijzen en geven betrouwbare overlevering van de oorspronkelijke teksten.
Conclusie en consequenties
Als de Bijbel de betrouwbare openbaring van God is, dan:
- Moeten we de Bijbel met ontzag en eerbied ontvangen
- Moeten we alles geloven en gehoorzamen wat de Bijbel wil openbaren
- Moeten we alles verwerpen wat niet overeenkomt met wat de Bijbel zegt
- Het Woord doorgeven aan hen die de Bijbel niet hebben en dus in zonde, duisternis en onzekerheid leven.