Er zijn weinig dingen zo fundamenteel in het christelijk geloof als het geloof in de Heere Jezus. Door het geloof in Zijn Naam worden we gered. Alles hangt dus af van het feit of we wel of niet geloven in Hem! De Bijbel geeft vele synoniemen voor geloven, onder andere ‘aannemen’. Dat het aannemen van Jezus en het geloven in Hem precies hetzelfde is, maakt Johannes 1:12 duidelijk: ‘Maar zovelen Jezus aangenomen hebben, hen heeft Hij macht (dat is het recht/voorrecht) gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.’
Juist omdat dit geloven en aannemen zo belangrijk is, is er veel verwarring en discussie over. Mensen hebben niet alleen geprobeerd het Evangelie te ontkrachten door het naar het rijk van de fabelen te verwijzen (geloven in fabelen is onzinnig!), maar hebben ook geprobeerd het enige middel waardoor het Evangelie kracht kan doen in onze harten te verduisteren. Het Evangelie ‘werkt’ namelijk alleen in degenen die geloven! Als je niet gelooft, heb je niets aan het Evangelie. Misschien vindt je het bijzonder, ontroert het je, luister je er graag naar, het is allemaal nutteloos zolang je niet gelooft! Dit zegt de schrijver aan de Hebreeën heel duidelijk (Hebr. 4:1-2): ‘Laat ons dan vrezen, dat niet, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijnt achter gebleven te zijn. Want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk als aan hen (de Israëlieten in de woestijn); maar het gepredikte woord deed hen geen nut…’ Waarom niet? Omdat het niet in geloof ontvangen werd!
De duivel weet dit ook en hij probeert de mensen een verkeerd beeld van geloven te geven. Geloven is niets meer dan ‘hand opsteken’, ‘ja zeggen’ en doorgaan met je eigen goddeloze (misschien uiterlijk netjes, maar toch zonder God) leven. De duivel is ook succesvol als hij de mens kan overtuigen dat ze niet mogen geloven. Het geloven is alleen iets voor degenen die weten uitverkoren te zijn; voor hen die een grote mate van schuldbesef en berouw hebben. Het geloof moet ‘gegeven worden’ en het zelf doen is ‘zelfbedrog’. (meer over het spanningsveld tussen geloven als gave van God en als plicht van de mens zie hier). Zulke en dergelijke leugens hanteert de duivel om de mens van het geloof af te houden en dus mee te slepen naar het verderf!
De mens wordt alleen gered door het Evangelie als hij zich bekeert en gelooft. De mens moet zich met zijn hart bekeren en het Evangelie gehoorzamen. Hij moet zich onderwerpen aan het Woord, om zijn verstand, wil en gevoelens daarnaar te richten. Hij moet zich in het geloof tot Jezus wenden: In het geloof dat Hij zeker zalig maakt wie door Hem tot God gaan; in het geloof dat Hij geenszins zal uitwerpen, wie tot Hem komt; in het vertrouwen dat Zijn lijden en sterven genoeg is om de schuld en straf van al zijn zonden te betalen; in het vertrouwen dat Hij in staat is en gewillig is om hem te redden. De mens moet komen met een hart wat zich aan Hem wil onderwerpen als Heere en Koning. Hij moet het Woord van de waarheid en van de verzoening, het Evangelie van harte aannemen als zijnde de kracht en wijsheid van God tot zaligheid. Hij moet in hartelijk vertrouwen en gehoorzaamheid door het geloof aan Jezus verbonden blijven als Zijn enige Wijsheid, Rechtvaardigheid, Heiligheid en volkomen Verlosser. Wie Jezus zo aanneemt en zo in Hem gelooft, hééft het eeuwige leven.
Heel de Bijbel staat vol met beloften, die de mensen oproepen, bemoedigen, aansporen, bevelen, aandringen, bewegen om zich te bekeren en te geloven. Wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij een Beloner is van degenen die Hem zoeken (Hebr. 11:6). Het is de wil van God dat de mens gelooft (Joh. 6:29; 1 Joh. 3:23). Dit is het Woord van het geloof, het Evangelie, dat wij preken: Indien gij met uw mond zult belijden de Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat Hem God uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden. Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid, en met de mond belijdt men ter zaligheid. Want de Schrift zegt: Een iegelijk die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden. Want er is geen onderscheid, noch van Jood, noch van Griek; want Eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen die Hem aanroepen. Want een iegelijk die de Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden (Rom. 10:8-13).
Let er goed op dat het er in het geloven niet om gaat te geloven gered te zijn! Niemand hoeft te geloven in zijn eigen behoud. Het gaat om het geloven in de gewilligheid en bekwaamheid van Jezus om u te redden. Als u gelooft dat Jezus u wil, kan en zal redden, dan hoeft u niet meer te geloven in uw redding, dan mag u zeker weten gered te zijn en het eeuwige leven te hebben! Deze zekerheid is sterker naarmate u sterker vertrouwt op Jezus, op Zijn werk en op Zijn beloften, en leeft in gehoorzaamheid aan Hem. U hoeft in eerste instantie (natuurlijk moet u staan naar de volle zekerheid hiervan) niet zeker te weten gered te zijn, u moet zeker weten dat u voor uw zaligheid alleen op Christus vertrouwt! Het geloof steunt op Hem, zoals Hij verkondigd wordt in het Evangelie:
‘God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende, en heeft het woord der verzoening (dat is het Evangelie) in ons gelegd. Zo zijn wij dan gezanten namens Christus: Laat u met God verzoenen. Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid van God in Hem (2 Kor. 5:19-21). Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen; en onderwijst ons, dat wij de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden verzakende, matig en rechtvaardig en godzalig leven zouden in deze tegenwoordige wereld. Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker Jezus Christus; Die Zichzelf voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, en Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken (Titus 2:11-14).
Er staan dreigingen en straffen op het ongeloof, het niet aannemen van de Heere Jezus als persoonlijke Zaligmaker en Koning. Wie niet gelooft is God ongehoorzaam en maakt Hem tot een leugenaar (1 Joh. 5:10). Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen? (Hebr. 2:3). Zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden, maar een schrikkelijke verwachting van het oordeel, en hitte van vuur, dat de tegenstanders zal verslinden. Als iemand de wet van Mozes heeft tenietgedaan, die sterft zonder barmhartigheid onder twee of drie getuigen; hoeveel te zwaarder straf, meent u, zal hij waardig geacht worden, die de Zoon van God vertreden heeft, en het bloed van het testament onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en de Geest der genade smaad heeft aangedaan? (Hebr. 10:26-29). ‘Jezus zal met vlammend vuur wraak doen over allen die God niet kennen en het Evangelie niet gehoorzaam zijn!‘ (2 Thessalonicenzen 1:8)
Door het geloof ontvangen we het eeuwige leven. We worden vrijgesproken van onze schuld en zonde. We belijden en geven al onze zonden door het geloof aan Jezus en ontvangen door het geloof heel Zijn gerechtigheid. We worden door het geloof met God verzoend en aangenomen tot kinderen van Hem. Door het geloof overwinnen we de zonde, de wereld en de duivel. Door het geloof ontvangen we de Heilige Geest, Die ons verzegelt, vertroost en heiligt. Door het geloof in Jezus zijn wij helemaal van Hem en is Hij helemaal van ons! Door het geloof keren we ons af van de dienst aan de duivel en de slavernij aan de zonde, en wijden ons helemaal toe aan Hem, Die ons lief heeft gehad en Zichzelf voor ons heeft overgegeven in de dood!
Deze ware bekering en dit ware geloof is het krachtige en soevereine werk van de Heilige Geest. Hij werkt dit door het Evangelie, het zaad van de wedergeboorte, in de harten van alle uitverkorenen, naar Zijn wil en op Zijn tijd, zodat zij Jezus door het geloof aannemen als hun Zaligmaker en Koning, tot hun volkomen verlossing en hun eeuwige zaligheid. Daarom kan geen mens die deel heeft aan Christus ook maar iets roemen in zichzelf, zonder daarmee God van Zijn eer te beroven. Alles is vrije genade van God alleen! Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de lof en de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen.
Gelooft u…?!