De Heilige Geest als Persoon binnen de goddelijke Drie-eenheid
Christenen geloven in God. Dat zal niemand verbazen. Christenen geloven in Jezus Christus. Ook dit is voor iedereen logisch (daarom heten we tenslotte christenen), maar maakt het al wel iets ingewikkelder. Om het makkelijk te houden zien velen Jezus als een bijzonder, maar wel gewoon, mens. Dat is Jezus echter niet. Hij is werkelijk mens, maar ook werkelijk God. In de Bijbel wordt Hij de Zoon van God genoemd. Hij bestaat van eeuwigheid (heeft geen begin en ook geen einde) en heeft er voor gekozen mens te worden, om ons te kunnen redden. Betekent dit dat christenen geloven in twee goden?! Nee! Wij geloven in één God, die bestaat in drie Personen. God de Vader, God de Zoon én de Heilige Geest. Op deze pagina wil ik u informatie geven over de Heilige Geest en ingaan op welke specifieke manieren de Heilige Geest terugkomt in de hele Bijbel.
Het woord voor ‘Geest’ in het Oude en Nieuwe Testament kan ook vertaald worden met ‘wind’ of ‘adem’. Jezus zegt over de wind: ‘De wind waait waarheen hij wil en u hoort zijn geluid, maar u weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat.’ (Johannes 3:8). De wind is onzichtbaar, dat is de Heilige Geest ook. We merken wel de gevolgen van de wind: takken bewegen, bomen vallen om, we voelen weerstand (bij tegenwind) of juist kracht in onze rug (als we de wind mee hebben). Zo is de Heilige Geest als Persoon onzichtbaar, maar Zijn werk niet! Wij als mensen hebben geen invloed op de wind. Dat hebben wij ook niet op de Heilige Geest. Hoe hard het waait of uit welke hoek de wind komt: dit wordt door ons niet bepaald. De wind kun je niet grijpen, niet pakken. Zo is het met de Heilige Geest. Daarnaast is het mogelijk om vergelijkingen te trekken tussen de Heilige Geest en ‘adem’. Ademhalen is nodig om te leven. Als iets of iemand geen adem heeft, sterft hij of is al dood. De Heilige Geest geeft ons geestelijk leven. Zonder de Heilige Geest zijn we geestelijk dood, kunnen we God niet kennen, niet liefhebben en niet dienen. Dit maakt meteen duidelijk hoe ontzettend belangrijk de Persoon en het werk van de Heilige Geest is.
De Heilige Geest is een Persoon, ook al ervaren we Hem als een kracht. De wind kan niet spreken, dat kan de Heilige Geest wel. De wind kunnen wij niet beledigen of bedroeven. Er wordt in het Nieuwe Testament echter wel gewaarschuwd dat we de Heilige Geest niet moeten bedriegen (Handelingen 5:3), weerstaan (Handelingen 7:51), bedroeven (Efeze 4:30) en uitblussen (1 Thessalonicenzen 5:19). Als de Heere Jezus zegt dat Hij de Heilige Geest zal sturen naar de gelovigen, dan spreekt Hij niet over ‘het’, maar over ‘Hij’ of ‘Hem’ (Johannes 14:17; 15:26; 16:7). Dit is de reden dat wij de Heilige Geest als een ‘persoon’ moeten behandelen. Hij heeft een wil, Hij heeft gedachten en verlangens. We kunnen met Hem spreken, tot Hem bidden en ons door Hem laten leiden. Het christelijk geloof kan niet zonder de Heilige Geest, net zo min als het kan zonder God de Vader (als onze Schepper) en zonder God de Zoon (Jezus Christus als onze Redder).
De Heilige Geest in het Oude Testament
De Heilige Geest wordt al in de eerste verzen van het eerste hoofdstuk van de Bijbel genoemd. ‘In het begin schiep God (de Vader, maar niet zonder de Zoon én de Heilige Geest) de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde (‘broedde’) boven het water.’ (Genesis 1:1-2). Hierna wordt verteld hoe alle dingen zijn ontstaan. De Heilige Geest heeft dus alles met de schepping van deze wereld te maken! Later in het Oude Testament zien de we Heilige Geest terugkomen bij de bouw van de tabernakel. In Exodus 35:31 lezen we dat de Geest van God mannen vervult ‘met wijsheid, inzicht, kennis en allerlei vakmanschap’, zodat ze in staat zijn alles te ontwerpen en maken wat nodig is voor de bouw van de tabernakel. De Geest van God is aan Mozes gegeven om het volk te leiden. Als het voor hem alleen te zwaar wordt, krijgen zeventig mannen ‘van de Geest Die op Mozes is’. Op het moment dat de Geest op hen neerdaalt gaan ze profeteren (Numeri 11:25). Dit is een belangrijk werk van de Heilige Geest door heel de Bijbel heen. Hij heeft alle profeten, alle schrijvers van de Bijbel, geïnspireerd (op veel verschillende manieren: bijvoorbeeld door dromen en visioenen) om het Woord van God door te geven. In het Nieuwe Testament wordt gezegd dat het Oude Testament niet is ontstaan door de wil van mensen, maar dat heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.’ (2 Petrus 1:21). Ook in het boek Richteren worden vaak gesproken over de Heilige Geest. In de oorlog werden de richters vervuld met de Heilige Geest, dat is met de kracht en de wijsheid die nodig was de vijanden te verslaan, het volk te verlossen en te leiden. Daarnaast zien we in het Oude Testament dat priesters, profeten en koningen werden gezalfd met de Heilige Geest. De zalving (met olie) was daar een teken van.
De belofte van de uitstorting van de Heilige Geest in het Oude Testament
In het Oude Testament werkte de Heilige Geest vooral door de leiders van het volk. Ook was Zijn werk beperkt tot de Joden. Het zijn de profeten die komen met beloften dat dit gaat veranderen. Er zal een bijzondere tijd komen, met en door de komst van de Messias. De Messias zelf zal gezalfd zijn met de Heilige Geest (Jesaja 61:1-2; Lukas 4:18-21) en Hij zal een nieuw tijdperk brengen. De profeet Joël zegt bijvoorbeeld: ‘Daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees; uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien. Ja, zelfs op de dienaren en dienaressen (slaven) zal ik in die dagen Mijn Geest uitstorten.’ (Joël 2:28-29). Wat betekent dat ‘alle vlees’? Dat de Heilige Geest niet alleen zou werken in en door de leiders van het volk, maar dat Hij gegeven zou worden aan iedereen! Daarnaast weten we vanuit het Nieuwe Testament dat de Heilige Geest ook aan de heidenen gegeven zou worden. De Heilige Geest zal worden uitgestort (denk aan een keiharde plensbui), terwijl Hij in het Oude Testament druppelsgewijs werkte. Er zijn veel profetieën die hier over gaan. Jesaja profeteert: ‘Want Ik zal water gieten op het dorstige en stromen op het droge. Ik zal Mijn Geest op uw nageslacht gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen.’ (Jesaja 44:3). Het is mooi dat de Heilige Geest wordt vergeleken met water en regen, zeker als je weet hoe dor en doods het kan zijn in de woestijn. Zo dor en dood zijn wij als mensen voor God, in geestelijke zin, zonder de Heilige Geest. Maar als Hij wordt uitgestort en gaat werken, dan zullen wij fris en krachtig zijn voor God, en zijn als een bloeiende woestijn! ‘Het dorre land zal tot een waterpoel worden, het dorstige land tot waterbronnen.’ (Jesaja 35:7). Ook Ezechiël belooft een krachtig werk van de Heilige Geest (Ezechiël 36:26-27), waardoor mensen opnieuw geboren worden en naar Gods wil gaan leven. Tot slot noem ik de profetie van Zacharia: ‘Over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van genade en van de gebeden uitstorten.’ (Zach .12:10).
Het werk van de Heilige Geest in het leven van Jezus op aarde
Wanneer zijn (of worden) deze beloften vervuld? In het Nieuwe Testament krijgen we het antwoord op deze vraag. Allereerst zien we dat de Heilige Geest heel duidelijk en krachtig aanwezig is in het leven van Jezus. De Heere Jezus heeft wel een menselijke moeder, maar geen vader. Maria werd zwanger uit de Heilige Geest (Mattheüs 1:18 en 20). Jezus heeft twee naturen: Hij is werkelijk God en Hij is werkelijk mens. Dat wordt dus al voor Zijn geboorte duidelijk! Door alle Evangeliën wordt beschreven dat de Heilige Geest (in de gedaante van een duif) op Jezus neerdaalde nadat Hij gedoopt werd (Mattheüs 3:16; Markus 1:10; Lukas 3:22 en Johannes 1:32-33). Dit is het bewijs dat Jezus de Messias is. In Nazareth leest Jezus het in de synagoge voor uit de profeet Jesaja: ‘De Geest van de HEERE is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen wie gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de HEERE te prediken.’ (Lukas 4:18-19; vgl. Jesaja 61:1-2). Jezus zegt, nadat Hij de rol heeft dichtgedaan en teruggegeven: ‘Heden is deze Schrift in uw oren vervuld!’ (Lukas 4:21). Vanaf het moment dat Jezus gedoopt werd, zou heel Zijn leven, heel Zijn bediening, geleid en bekrachtigd worden door de Heilige Geest. Daarom lezen we meteen na de doop: ‘Jezus, vol van de Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest naar de woestijn geleid waar Hij veertig dagen verzocht werd door de duivel’ (Lukas 4:1-2; vgl. Mattheüs 4:1; Markus 1:12). Vervolgens zien we hoe Jezus met een bijzondere (goddelijke) macht onderwijs geeft (Mattheüs 7:48-49) en de macht heeft om zieken te genezen en demonen (gevallen engelen) uit te drijven. Dit moet natuurlijk geweldig bijzonder zijn geweest en het is niet vreemd dat we lezen van grote menigte mensen die Jezus volgen. Tegenstanders van Jezus zeggen echter dat Hij deze bovennatuurlijke dingen doet door de kracht van de duivel. Jezus waarschuwt hen dat de zonde tegen de Heilige Geest niet vergeven kan worden (Mattheüs 12:22-32). Wie het reddende werk van Jezus als duivelswerk bestempelt, kan niet gered worden! Jezus heeft geleefd door de kracht van de Heilige Geest. Door die kracht van de Heilige Geest is Hij ook gestorven (Hebreeën 9:10) en opgestaan (Romeinen 1:4)!
Johannes de Doper was getuige dat Jezus de Heilige Geest ontving en dus de Messias was. Johannes zei dat Jezus meer was dan hem om twee redenen: 1) Jezus had de Geest ontvangen zonder maat (Johannes 3:34). Zonder beperking. Heel de volheid van de Geest was in Jezus aanwezig! Dat kon van Johannes de Doper of van andere profeten niet gezegd worden. 2) Jezus zou dopen met de Heilige Geest. Johannes doopte met water, maar hij getuigde van Jezus: ‘Hij is het Die met de Heilige Geest doopt!’ (Johannes 1:33). Wat dit betekent zien we al een klein beetje tijdens het leven van Jezus. Hij laat Zijn discipelen delen in de macht om te preken, zieken te genezen en demonen uit te drijven (Markus 3:14-15). Maar hoe beperkt dit is blijkt uit de manier waarop de discipelen steeds weer reageren op het onderwijs en de daden van Jezus. Ze begrijpen lang niet alles en het ontbreekt hen vaak aan geloof, kennis en inzicht. Ook misten ze soms de kracht om wonderen te doen. De doop met de Heilige Geest zou op een later moment komen! wanneer? Jezus zegt in Johannes 7: ‘Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. En dit zei Hij over de Heilige Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; want de Heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.’ (Johannes 7:38-39). Wat betekent dit? Dat de volheid van de Heilige Geest pas uitgestort kon worden nadat Jezus was gestorven, opgestaan en opgevaren. Het Nieuwe Verbond kon alleen ingaan nadat Jezus Zijn bloed had gestort. Pas na Zijn volbrachte werk op aarde, was het moment dat God Zijn Geest in rijke mate kon uitgieten. Dit zou Hij doen door Jezus Christus vanuit de hemel.
De uitstorting van de Heilige Geest en de uitbreiding van Gods Koninkrijk
Voordat Jezus opvoer naar de hemel gaf Hij Zijn discipelen de opdracht om in Jeruzalem te wachten op de belofte van de Vader (Handelingen 1:4). Hij zei tegen de discipelen: ‘U zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.’ (Handelingen 1:8). Het boek Handelingen beschrijft de vervulling en uitwerking van deze belofte! Dit Bijbelboek is een geweldig, indrukwekkend verslag van een onoverwinnelijk, triomferend Woord van God en daarmee een razendsnelle groei en uitbreiding van Gods Koninkrijk! De discipelen zijn naar Jeruzalem gegaan en hebben daar tien dagen gebeden om de komst van de Heilige Geest (Handelingen 1:13-14). Toen kwam het Pinksterfeest. ‘En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag (zie hierboven: wind = geest!) en dat vervulde heel het huis waar ze zaten. En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden en het zat op ieder van hen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest!’ (Hand. 2:1-4). Dit is het wat de profeet Joël (2:28-29) had geprofeteerd! De Geest werd uitgestort over alle vlees! Petrus legt dit uit in een krachtige preek. Hij vertelt dat het Oude Testament vervuld is in het leven van Jezus, in Zijn sterven, opstanding en hemelvaart. Hij is de Messias. Hij heeft de Heilige Geest ontvangen en de Heilige Geest uitgestort (Handelingen 2:33). De Heilige Geest, zo had Jezus beloofd, zou de wereld overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel (Johannes 16:7-11). We lezen in Handelingen 2 dat de mensen diep geraakt worden en zich afvragen hoe ze gered kunnen worden (vers 37). Dezelfde Geest zorgt ervoor dat mensen tot geloof komen in de Heere Jezus. Het zijn er op dit Pinksterfeest al ongeveer drieduizend! (vers 41).
Steeds weer wordt er in het boek Handelingen getuigd van het werk van de Heilige Geest. Jezus zet Zijn verlossingswerk op aarde voort vanuit de hemel, door Zijn Geest (Handelingen 1:1-2). Vervuld van de Heilige Geest getuigen de apostelen met grote kracht van het sterven en de opstanding van Jezus Christus. Duizenden mensen komen tot geloof en elke dag groeit de gemeente in Jeruzalem. Er groeit echter ook weerstand en de apostelen worden gevangengenomen en na een verhoor weer vrijgelaten. De gemeente bidt, niet dat de vervolging overgaat (dat was immers beloofd), maar dat zij de kracht zouden krijgen om met meer vrijmoedigheid van Jezus te getuigen. Opnieuw worden ze allen vervuld met de Heilige Geest en ze spraken het Woord van God met vrijmoedigheid (Handelingen 4:31). Door dit Woord, het Evangelie, te verkondigen, groeit de gemeente. Steeds weer lezen we een refrein: ‘En het Woord van God verbreidde zich en het aantal discipelen in Jeruzalem nam sterk toe; en een grote menigte priesters werd aan het geloof gehoorzaam.’ (Handelingen 6:7). De Heilige Geest geef de kracht om voor dit Woord te lijden en te sterven (Handelingen 7:55). De Heilige Geest zorgt ervoor dat het Evangelie naar de Samaritanen en heidenen (Handelingen 10:19-20; 13:4-5) gaat en dat ook zij tot bekering en geloof komen. Ook hier wordt de Heilige Geest met uiterlijke tekenen (bijvoorbeeld spreken in tongen/vreemde talen, als bewijs) uitgestort (Handelingen 8:17; 10:45). Het boek Handelingen laat heel duidelijk zien dat de Heilige Geest gelovigen in staat stelt het Evangelie met kracht en vrijmoedigheid te verkondigen én ongelovigen in staat stelt dit Evangelie te geloven en zich van harte te bekeren.
Het wonen en werken van de Heilige Geest in de gelovigen
In de brieven van het Nieuwe Testament wordt ook veel gesproken over de Heilige Geest. Zodra iemand tot geloof komt, ontvangt hij of zij de Heilige Geest. Iemand die de Heilige Geest niet heeft, is geen christen (al is hij lid van een kerk). Wie werkelijk gelooft in Jezus, heeft de Heilige Geest ontvangen (Romeinen 8:9). Deze komt in een gelovige wonen en werken (Joh. 14:16-17, 23 en 26). Daarom zegt Jezus: ‘Wie in Mij gelooft, heeft (nu al!) het eeuwige leven!’ In Jezus Christus hebben we ALLES ontvangen. We zijn in Hem gezegend met alle geestelijke zegeningen (Efeze 1:3) en in Hem zijn we volmaakt (Kol. 2:10). Het is de Heilige Geest Die ons (steeds meer) geeft en laat genieten, wat wij door het geloof in Jezus Christus hebben ontvangen. Efeze 1:13 zegt tegen de gelovigen: ‘In Hem (Jezus Christus) bent u ook, toe u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte. Hij is het onderpand van onze erfenis.’ De Heilige Geest is dus de voorproef (‘eerstelingen van de Geest’ Romeinen 8:23) en de garantie van het eeuwige leven (zie ook 2 Korinthe 1:21-22 en Titus 3:5-7). Hij vult het hart van de gelovigen met hemelse blijdschap en liefde (Romeinen 5:5), waardoor gelovigen een diepe zekerheid krijgen dat ze vrede met God hebben. Ook in Romeinen 8 wordt het ‘verzekerende’ werk van de Heilige Geest genoemd in het hart en leven van gelovigen. Hij getuigt met onze geest dat we kinderen van God zijn (Rom. 8:16). Door Hem leren we God als onze Vader kennen en mogen we als Zijn kinderen leven. Dit betekent onder andere dat we erfgenamen zijn. Gelovigen mogen weten dat de Vader voor hen een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkbare erfenis in de hemel bewaard wordt (1 Petrus 1:4). Dit is de hoop waarmee een christen leeft. De hoop op het eeuwige leven (Titus 3:7).
De Heilige Geest speelt een belangrijke rol in het geestelijke leven. Hij geeft vrede en blijdschap in het hart (Romeinen 14:17), geeft kracht in ons lijden en in ons bidden (Rom. 8:26). Het is de Heilige Geest die ons verstand verlicht, zodat we de waarheid kennen, en ons hart vernieuwt, zodat we in de waarheid leven. De Heilige Geest geeft ons liefde tot God en Zijn Woord en het verlangen om naar Zijn geboden te leven. De Heilige Geest stelt ons in staat de zonde te doden (Rom. 8:13) en te leven naar de wil van God. Zo worden we vernieuwd naar het beeld van Jezus (Romeinen 8:29; 2 Korinthe 3:18). Dit betekent dat we dezelfde karaktereigenschappen krijgen. Dit wordt in het Nieuwe Testament de vrucht van de Geest genoemd (Galaten 5:22). We zullen meer en meer gekenmerkt worden door liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof (of trouw), zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Deze vrucht, in haar verschillende partjes, moet meer en meer rijpen. Het is een proces waarvan geldt dat Hij Die een goed werk begonnen is, dat zal voltooien tot op de dag van Jezus Christus (Filippenzen 1:6).
Naast dat er in het Nieuwe Testament wordt gesproken over de vrucht van de Geest, wordt er ook gesproken over de gaven van de Geest. Voor elke gelovige geldt dat hij of zij de hele vrucht heeft van de Geest. Er is tussen gelovigen wel verschil in gaven. Niet iedereen krijgt dezelfde gaven en evenveel gaven. Dit kan leiden tot jaloezie, trots en strijd. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. De gaven van de Geest ontvangt niemand voor zichzelf, maar voor de ander. Allereerst om dienstbaar te kunnen zijn aan de geestelijke groei van andere gelovigen. Daarnaast om ook dienstbaar te kunnen zijn aan de uitbreiding en opbouw van de gemeente als geheel. In Romeinen 12:6-8; 1 Korinthe 12:8-11 en Efeze 4:11 worden voorbeelden gegeven van deze gaven. Elke gelovige moet er naar streven gaven te krijgen en daarin te groeien, maar nooit vergeten dat de belangrijkste gave de liefde is en dat wie deze gave mist, uiteindelijk alles mist (1 Korinthe 13).
Het ontvangen van en vervuld worden met de Heilige Geest
Ik hoop dat u of jij tijdens het lezen de vraag heb gesteld: Woont de Heilige Geest ook in mij? Werkt Hij ook in mijn leven? Misschien was er herkenning en zegt u: ‘Ja, ik weet dat ik werkelijk geloof in Jezus. Ik ben opnieuw geboren en de Heilige Geest woont in mijn hart!’ Misschien is die herkenning er niet. Wat moeten we doen om de Heilige Geest wel te ontvangen? Paulus vraagt aan de Galaten in een retorische vraag: ‘Hebt u de Geest ontvangen uit de werken van de wet of uit de prediking van het geloof?’ Het antwoord is: uit de prediking van het geloof. Dat is de verkondiging van het Evangelie, het goede nieuws dat we niet gered worden door onze eigen daden of inspanningen, maar door genade. Genade die we alleen door het geloof kunnen ontvangen. Zo is het met de Heilige Geest. Hij kan alleen door geloof, namelijk door geloof in het Evangelie, worden ontvangen. Iedereen die het Evangelie gelooft, door zich tot God te bekeren en zich toe te vertrouwen aan Jezus Christus, ontvangt de Heilige Geest. Petrus zei tegen de eerste bekeerlingen op Pinksteren: ‘Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.’ (Handelingen 2:38). Een paar hoofdstukken later wordt gezegd dat de Heilige Geest door God is gegeven aan hen die Hem (dat is Jezus) gehoorzaam zijn (Handelingen 5:32). Door het geloof in de Heere Jezus worden we gered en dat betekent onder andere dat we de Heilige Geest ontvangen.
In het Nieuwe Testament wordt duidelijk geleerd dat elke ware gelovige de Heilige Geest heeft ontvangen. Tegelijk worden de gelovigen echter opgeroepen om vervuld te worden met de Heilige Geest. In Efeze 1:13 en 4:30 wordt gezegd dat de gelovigen verzegeld zijn met de Heilige Geest. In Efeze 5:18 klinkt de oproep: ‘Wordt niet vervuld van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest.’ Dit is een opdracht! Wat betekent dit? Hoe kunnen wij vervuld worden met de Heilige Geest? In het boek Lukas en Handelingen zien we de belangrijke samenhang tussen gebed en de Heilige Geest. In Lukas 11 lezen we dat de Heere Jezus Zijn discipelen leert bidden. Hij sluit dit onderwijs af met de (retorische) vraag: ‘Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden?‘ De Heilige Geest wordt dus gegeven op het gebed! ‘God wil de Heilige Geest alleen aan diegenen geven, die Hem met hartelijk zuchten zonder ophouden daarom bidden en daarvoor danken.’ (Heidelberger Catechismus, Vraag en Antwoord 116). In Handelingen 1 en 2 zien we de discipelen tien dagen lang bidden en dan wordt de Geest uitgestort. In Handelingen 4 zien we een biddende gemeente en ‘nadat zij gebeden hadden, werd de plaats waar zij bijeenwaren bewogen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het Woord van God met vrijmoedigheid.’ (Handelingen 4:31). Dit laatste laat duidelijk zien dat er 1) gebeden wordt voor de Heilige Geest wordt uitgestort; 2) dat er samen gebeden wordt; 3) dat ze allen vervuld werden met de Heilige Geest; 4) dat ze na Pinksteren opnieuw vervuld werden met de Heilige Geest.
De Kerkgeschiedenis leert dat deze gebeurtenissen niet beperkt moeten worden tot de eerste gemeente. Alle eeuwen door zijn er christenen geweest die bijzonder vervuld werden met de Heilige Geest. Veel gelovigen (ook vandaag de dag) kunnen getuigen van momenten in hun leven dat ze (opnieuw) vervuld werden met de Heilige Geest. Als we vervuld worden met de Heilige Geest ontvangen we een dieper verlangen naar God; een vuriger gebedsleven; een grotere honger naar het (gepredikte) Woord van God; meer berouw over de zonden die er nog zijn in ons leven; een heiliger leven waar gebroken kan worden met bepaalde zonden; een grotere liefde tot en toewijding aan de kerk/gemeente; en een grotere bewogenheid met mensen die niet gered zijn. Vaak zijn het enkelingen in wie de Heilige Geest in rijke mate wordt uitgestort, maar soms gebeurt het bij veel gelovigen tegelijk. Meestal is dit het begin van een opwekking en herleving. Gelovigen krijgen een dieper/hoger niveau van geestelijk leven; kerkmensen die dachten dat ze christenen waren, zien in dat ze nooit werkelijk gered zijn en komen tot bekering en geloof; ongelovigen die merken dat er een bijzondere kracht uit gaat van de gelovigen en de gemeente, worden nieuwsgierig, komen daarom onder het gepredikte Woord of gaan de Bijbel lezen, worden overtuigd van hun zonden en komen ook tot geloof. In de kerkgeschiedenis zijn voorbeelden hoe hele dorpen en steden in een korte periode tot bekering kwamen. Vaak zegt men: ‘Het is alsof we weer leven in de tijd van het boek Handelingen.’ Dat is niet vreemd: het is dezelfde Geest Die in rijke mate wordt uitgestort en met grote kracht werkt. Wie verlangt niet naar zulke perioden? Is dit niet wat we ook vandaag de dag in Nederland nodig hebben? Laat ons bidden, hopen en verwachten. God is bij machte te doen ver boven alles wat wij bidden of denken, overeenkomstig de kracht (van de Heilige Geest) die in ons werkzaam is! (Efeze 3:20)
Gebed is ontzettend belangrijk en nodig. Er is nog iets wat nodig is om (opnieuw) met de Heilige Geest vervuld te worden en te blijven. In het boek Handelingen zien we dat de Geest met kracht werkt door het Woord van God. Het Woord van God is het Evangelie, waarin verkondigd wordt wie Jezus Christus is en wat Hij heeft gedaan om ons te redden. Dat is de boodschap waar de Heilige Geest door wil werken in onze harten. Zoeken we naar een krachtiger werk van de Heilige Geest in ons leven? Laten we dan Jezus Christus zoeken door de Schriften te onderzoeken die van Hem getuigen (Johannes 5:39) en te luisteren naar preken waarin Zijn Naam wordt verkondigd. De Heilige Geest werkt daar het krachtigst waar de heerlijkheid van Jezus Christus het best wordt getoond. Het zien op Jezus Christus door het geloof is het middel om geestelijk niet te verdorren, maar te groeien en te bloeien! Deze gedachte is heel mooi en duidelijk uitgewerkt door John Owen.