Vraag:
Christenen geloven dat de Bijbel het Woord van God is. De Bijbel is weliswaar geschreven door mensen, maar deze mensen werden gedreven en geïnspireerd door de Heilige Geest. De woorden van de Bijbel zijn daarom allereerst goddelijke woorden met goddelijk gezag. Maar op grond waarvan geloven christenen dit? Zijn hier bewijzen voor? Hoe zeker is dit geloof?
Antwoord:
Dit is een belangrijke vraag, waar alles van afhangt. Als de Bijbel inderdaad woorden van God zijn, dan is iedereen verplicht om er naar te luisteren en er aan te gehoorzamen. Als het geen woorden van God zijn, dan is het niet nodig, ja misschien zelfs verkeerd om er naar te leven.
Wij geloven dat God van het begin van de wereld alles aan mensen heeft geopenbaard wat nodig was om goed te kunnen leven, om als mens tot zijn doel te komen: om God te verheerlijken. God openbaarde Zich direct aan enkele mensen en gaf hen genoeg kennis van Zichzelf om voor Hem in het geloof te leven. De eerste duizenden jaren sprak God door deze mensen tot andere mensen in hun tijd. Daarom worden mannen als Henoch en Noach profeten genoemd. Zij waren voldoende overtuigd dat deze openbaringen van God kwamen.
Vanaf Mozes heeft God Zijn openbaringen laten opschrijven. De mondelinge overlevering was door de slechtheid van de mens, in gevaar vervalst en onbetrouwbaar doorgegeven te worden. God bepaalde Zelf wat er wel en niet opgeschreven moest worden. Mensen mochten daar niets toedoen en niets afdoen (Deuteronomium 4:2; 12:32). In de loop van de eeuwen heeft God Zelf deze openbaring uitgebreid tot wat wij nu kennen als de Bijbel: het Oude en Nieuwe Testament. Dit Oude en Nieuwe Testament is de enige en genoegzame goddelijke bovennatuurlijke openbaring.
Wil het lezen en bestuderen van de Schrift ons nut doen, dan zijn er twee dingen nodig. Ten eerste moeten we geloven dat het een goddelijke openbaring is. Dat het de woorden van God zijn, waarin Hij Zichzelf (Zijn geest en wil) aan ons openbaart. We moeten geloven dat het betrouwbare woorden zijn met een goddelijke afkomst, en niet een product van de dwaasheid, bedrog of wijsheid van mensen. We moeten het Woord geloven, ‘niet als woorden van mensen, maar zoals het in waarheid is, als de woorden van God’ (1 Thess. 2:13). Ten tweede is het nodig dat we de dingen die geopenbaard worden begrijpen. Lezen zonder de woorden te begrijpen, zal ons geen nut doen. Het zijn niet alleen de woorden van de Bijbel, maar het begrijpen van de woorden van de Bijbel dat ons verlicht.
Zowel voor de eerste als voor de tweede voorwaarde is het werk van de Heilige Geest nodig. Het ware geloof dat de Bijbel het Woord van God is, werkt de Heilige Geest. En het begrijpen van Gods Woord is ook het werk van de Heilige Geest.
Er is een onderscheid te maken tussen wat we moeten geloven en waarom we ze moeten geloven. We moeten geloven dat God is Een in drie Personen, dat Jezus Christus de Zoon van God is, en dergelijke waarheden. De reden waarom we dit moeten geloven, is omdat de Schriften dit ons zo leren. Dit geloof is bovennatuurlijk, omdat de Heilige Geest het in ons werkt; het is onfeilbaar omdat de Schriften onfeilbaar zijn; het is goddelijk, in tegenstelling tot een menselijk geloof wat gebaseerd is op begrip en gevoel.
Er zijn argumenten te geven voor wat we moeten geloven en voor waarom we ze moeten geloven. De vraag van deze pagina gaat over het ‘waarom’ van het geloven. Hoe kunnen we bewijzen dat de Schriften betrouwbaar zijn en met goddelijk gezag spreken? De argumenten die hier voor te geven zijn, zijn minder overtuigend dan de Bijbel zelf. De argumenten zijn menselijk en feilbaar, de Bijbel zelf is goddelijk en onfeilbaar. Toch kunnen argumenten nuttig zijn en tot een zekere mate het geloof in de goddelijke openbaring aannemelijk maken.
De ouderdom en de nauwgezette overlevering pleiten voor een goddelijke oorsprong. Mensen in alle eeuwen en plaatsen hebben de heiligheid van deze teksten erkend en nauwgezet doorgegeven. God Zelf heeft er voor gezorgd dat in de loop van duizenden jaren de teksten bewaard bleven, ondanks vele felle vervolgingen en pogingen tot uitroeiing van de teksten. De inhoud en het doel van de teksten maken duidelijk dat de Bijbel een goddelijke oorsprong heeft. Ze spreken met goddelijke wijsheid en autoriteit. Ze openbaren God aan de mens en wijzen de mens de weg om tot het genieten van God te komen. Zij die dit onbevooroordeeld lezen, moeten erkennen dat het alles waar is wat geschreven staat. Het licht wat uit deze teksten in onze duistere wereld straalt, is even helder als de volle zon aan een strakblauwe lucht midden op de dag.
Het getuigenis van de kerk van alle eeuwen is een argument voor de waarheid en autoriteit van de Bijbel. Hierbij kunnen we ook de schrijvers van de Bijbel zelf rekenen. Wie waren zij en hoe gaven zij getuigenis aan de goddelijkheid van de Schrift? Allereerst hebben ze van zichzelf getuigd dat wat ze schreven, niet hun eigen woorden waren, maar dat ze door de Geest gedreven werden (2 Petrus 1:16-21). Ze schreven in de volle overtuiging dat wat ze schreven waar was (Johannes 21:24). Ze schreven zonder bijbedoelingen en zochten geen werelds voordeel. Veel schrijvers hebben alleen maar tegenstand en moeilijkheden opgeroepen door wat ze schreven. Ze hadden vele tegenstanders, die maar al te graag hun leer onderuit wilden halen. Het was blijkbaar echter onmogelijk om ze te beschuldigen van leugens. In de manier waarop ze schrijven, blijkt dat ze, ondanks hun diversiteit, schreven met ernst, majesteit en autoriteit. Ze schreven ongeacht wat mensen er van vonden en waren bereid er voor te sterven.
Alle christenen in de loop van de eeuwen hebben getuigd dat de Bijbel een goddelijk geïnspireerd boek is. Velen hebben getuigd van de kracht die het Woord deed in hun leven en hebben hun geloof krachtig onderstreept met het opofferen van eigen leven. Mensen lieten liever hun hoofd er af hakken, dan het Woord van God te verloochenen. Daarnaast werkt het geloof in Gods Woord een getuigenis dat het hele leven omvat. Als iemand door de Heilige Geest overtuigd is geraakt van de goddelijkheid van de Schrift, dan wordt heel het leven hierdoor bepaald. De Bijbel heeft in duizenden, miljoenen christenen zo’n kracht gedaan in hun hart en geweten, dat het onmogelijk was om er niet naar te leven, lijden en sterven.
Vele andere argumenten zijn te noemen. Er moet echter gezegd worden dat deze argumenten niet het ware geloof zullen werken, wat God vraagt. De argumenten kunnen tot versterking zijn van degenen die al geloven, door de verzoekingen en tegenwerpingen te beantwoorden, en tot overtuiging van de tegensprekers. Maar men komt hiermee niet verder dan een rationele overtuiging. Wat echter nodig is, is een bovennatuurlijke en goddelijke overtuiging, dat de Heilige Geest werkt.
Het ware geloof is gebaseerd op de Bijbel zelf en kan ook alleen gekregen worden door het lezen en bestuderen van de Bijbel. Het is echter niet zo dat alle mensen die de Bijbel lezen tot deze geloofsovertuiging komen. Er is meer nodig. En dat is het verlichtende werk van de Heilige Geest. Hij moet ons verstand verlichten, onze blinde ogen openen. Hij moet onze harten openen voor het goddelijke getuigenis, zodat we het willen aannemen. Ons kennen en oordelen is niet alleen zwak en beperkt, maar ook bedorven, corrupt en vijandig gezind ten opzichte van God. De vleselijke mens wíl niet dat de Bijbel waar is, en zal daarom ook niet kunnen geloven dat de Bijbel geïnspireerd is door God.
Dit verlichtende en overtuigende werk van de Heilige Geest is wel het middel om tot het zekere geloof te komen dat de Bijbel goddelijke woorden zijn, maar niet de grond van dit geloof. Er is een innerlijk getuigenis van de Heilige Geest in het hart van de mens, die de mens overtuigt van de goddelijkheid van de Bijbel en er is een uiterlijk getuigenis van de Heilige Geest, namelijk het Woord zelf. Dit innerlijke getuigenis is echter geen extra openbaring náást Gods Woord en ook niet de grond van het geloof in Gods Woord. Als het inwendig getuigenis van de Heilige Geest de grond was om te geloven, dan zou iedereen die dit inwendig getuigenis niet heeft, niet hoeven te geloven. Hoe kun je iemand verplichten te geloven, als hij de grond van het geloof niet heeft?
Dé grond van het geloof dat de Bijbel goddelijke woorden zijn met goddelijk gezag, is dus niet de menselijke argumentatie (met argumenten het zeer aannemelijk maken), noch het verlichtende werk van de Heilige Geest in de mens (dat onmisbaar is). De grond van het geloof is de goddelijke openbaring zelf! God heeft gesproken en dat is de reden dat we moet geloven. ‘Zo zegt de HEERE’, is de reden waarom we moeten geloven en waarom we ook daadwerkelijk geloven. We geloven het Woord van God om het Woord van God zelf en om geen andere reden. Elke andere reden is ondergeschikt en van minder belang. God vraagt van iedereen het geloof dat de Bijbel Zijn Woord is, omdat het Zijn Woord is! Het gezag en de autoriteit van God is de grond van het gezag en de autoriteit van de Bijbel.
Maar hoe weten we dan wat wel of wat niet het Woord van God is? Het is waar dat er vele valse profeten zijn (geweest), die ook claimden te spreken in de Naam van God. Deze strijd tussen ware en valse profeten speelt een grote rol in het Oude Testament. Bijvoorbeeld in Jeremia 23:25-29: ‘Ik heb gehoord wat de profeten zeggen, die in Mijn Naam leugen profeteren, zeggende: “Ik heb gedroomd, ik heb gedroomd.” Hoelang? Is er dan een droom in het hart van de profeten, die leugen profeteren? Ja, het zijn profeten van de bedriegerij van hun harten; die daar denken om Mijn volk Mijn Naam te doen vergeten door hun dromen, die zij een ieder zijn naaste vertellen; gelijk als hun vaders Mijn Naam vergeten hebben door de Baäl. De profeet bij welke een droom is, die vertelle de droom; en bij welken Mijn woord is, die spreke Mijn woord waarachtig; wat heeft het stro met het koren te doen? spreekt de HEERE. Is Mijn woord niet alzo als een vuur? spreekt de HEERE; en als een hamer, die een steenrots te morzel slaat?’
Er is dus duidelijk een onderscheid tussen woorden van God en woorden van mensen, zoals er onderscheid is tussen stro en koren. De Bijbel is geschreven door mensen die gedreven werden door de Heilige Geest en daarmee zijn hun woorden totaal onderscheiden van alle andere menselijke woorden, hoezeer men ook de goddelijke oorsprong daarvan claimt. Het is onze plicht deze woorden van elkaar te onderscheiden en alleen de goddelijke te geloven. Zoals de mensen toen verplicht waren het getuigenis van de profeten en apostelen aan te nemen, zo zijn wij nu op dezelfde manier verplicht hun geschriften te geloven.
Is het onredelijk van God om dit van alle mensen te verwachten? Stel dat ik tegen iemand zeg dat de zon is opgekomen en op de aarde schijnt. Als diegene dit betwijfelt of ontkent en mij vraagt dit te bewijzen, dan is het een voldoende antwoord dat mijn mededeling zichzelf bewijst in en door het zonlicht. Als dit geen bewijs voor hem is, omdat hij het niet ziet, dan is het een voldoende antwoord om te zeggen dat hij blind is. En als hij dit niet is, dan is het onzinnig om hierover te discussiëren met iemand die zijn eigen zintuigen weerspreekt, omdat er geen andere maatstaf meer over blijft om iets naar waarheid te beoordelen. De schepping laat de heerlijkheid van God zien, waaruit de mensen Zijn bestaan, wijsheid en kracht kunnen kennen (Romeinen 1:20). Gods Woord toont wijsheid, almacht, alwetendheid, kracht, goedheid, heiligheid, waarheid en andere eigenschappen van een goddelijke Auteur. Als mensen hieraan twijfelen, is het een voldoende antwoord dat ze blind zijn of dat het geen zin heeft om hierover te discussiëren omdat ze moedwillig hun eigen overtuigingen tegen spreken.
De natuurlijke mens zal echter nooit tot het geloof komen wat God van hem vraagt. Hij is inderdaad blind voor het goddelijke Auteurschap van de Bijbel. Daarnaast is hij ook vijandig tegen God en zal het goddelijke Auteurschap niet willen zien. Dit is echter het probleem van de zondige mens en ontslaat hem niet van de plicht om te geloven in de goddelijke inspiratie van de Bijbel.
De Heilige Geest neemt deze blindheid en vijandige gezindheid echter genadig weg. Hij verlicht het verstand en vernieuwt de wil, zodat het Woord haar kracht gaat doen in het hart van de mens. Allen die dit werk van de Geest herkennen, zullen het met mij eens zijn dat zij hierdoor overtuigt zijn van de goddelijke inspiratie van de Bijbel. “Die in de Zoon van God geloven, hebben de getuigenis in zichzelf…” (1 Johannes 5:10) Het Woord heeft in vele mensen, die eerst vijandig waren ten opzichte van God, zo’n machtig werk gedaan van bekering, veranderingen en vernieuwing dat het onmogelijk is om te twijfelen aan de goddelijke oorsprong en het goddelijke gezag van de Bijbel.
Het Woord van God werkt een onrust dat niets op de wereld tot rust kan brengen en het Woord van God werkt een vrede dat niets op de wereld kan verstoren. Het Woord van God werkt in allen die geloven (1 Thess. 2:13) en is een kracht van God tot zaligheid (Romeinen 1:16). Het Woord van God is als een licht dat schijnt in een duistere plaats (2 Petrus 1:19), het licht waardoor God schijnt in de harten van mensen (2 Korinthe 4:6).
Als u de goddelijke kracht van dit Woord hebt ervaren, dank de Heilige Geest dat Hij uw duistere verstand heeft verlicht en uw vijandige hart heeft vernieuwd. Dank Hem dat de Bijbel voor u is gaan leven, omdat Hij u levend heeft gemaakt, daar u dood was in zonden en misdaden. Weet dat u een betrouwbare bron hebt om uit te leven en dat het waard is om hiervoor te leven en te sterven. Er worden veel aanvallen gedaan op de Bijbel, om de betrouwbaarheid daarvan in twijfel te trekken. Weet dat dit het werk van de duivel is geweest van het begin van de wereld (Genesis 3:1-5). Hij wil dat u God tot een leugenaar maakt, door te twijfelen aan Zijn woorden. Hoe de duivel en alle slechte mensen ook zullen voortgaan om het licht te doven, Gods woord zal haar loop hebben, doen wat Hem behaagt en niet ledig terugkeren! U die gelooft, u hebt de getuigenis in uzelf. Houdt vast aan het Woord en u zult niet beschaamd worden.
Als u deze kracht van het Woord niet kent in uw hart en leven, zoek dan niet in eigen kracht naar deze overtuiging. Misschien wilt u meer argumenten, misschien wilt u alle ‘heilige’ boeken bestuderen en vergelijken, misschien wilt u met logisch nadenken komen tot een eigen conclusie. U zult verdwalen in een doolhof of wegzinken in een moeras. Als u écht God wilt leren kennen, zult u Hem moeten vragen uw verstand te verlichten, uw hart te vernieuwen en in de waarheid te leiden. Bidt om Zijn Heilige Geest, Die Hij beloofd heeft aan allen die Hem daarom bidden (Lukas 11:13). Door het biddend lezen van de Bijbel zult u ontdekken dat het een Woord van God is, levend en krachtig (Hebreeën 4:12)!