Vraag:
Ik vind het best moeilijk om de zekerheid te krijgen, ik ga dan denken, zijn mijn zonden wel vergeven? Ben ik echt wel bekeerd? Allemaal ??????? Ik weet hier niet zo goed raad mee! Hoe weet ik zeker dat ik verlost ben door JEZUS?
Antwoord:
Ten eerste is het goed om te weten dat er verschillende niveau’s van zekerheid zijn. Dit omdat het ware geloof klein begint, moet groeien en dit geloof van alle kanten tegengewerkt en tegengesproken wordt. Jezus gebruikt zelf het beeld van een zaadje, wat uitgroeit tot een enorme boom (Markus 4:30-34). In de brieven wordt vaak opgeroepen om te groeien in de genade en kennis van de Heere Jezus (2 Petrus 3:18), om op te wassen in Hem, Die het Hoofd is (Efeze 4:15). Wij moeten blijven in het geloof, gefundeerd en vast, en niet bewogen worden van de hoop van het Evangelie (Kol. 1:23) en ons benaarstigen om onze roeping en verkiezing vast te maken (2 Petrus 1:10).
Zolang wij hier op aarde leven zullen we moeten strijden tegen ongeloof en twijfel. Ongeloof is zonde, en onze oude mens zal nooit willen of kunnen geloven, omdat hij daardoor God zou eren. Geloven is het werk van de nieuwe mens. De strijd die plaats vindt tussen geloof en ongeloof, is de strijd tussen de oude en de nieuwe mens. Je moet dus leren strijden tegen het ongeloof en je oefenen in het ware geloof.
Zekerheid is een vrucht van het ware geloof. Deze zekerheid is dus niet het geloof zelf. Maar het ware geloof zal altijd een mate van zekerheid hebben en hoe groter het geloof is, hoe dieper die zekerheid is.
Ik heb eens bij iemand (ik meen Martin Lloyed-Jones) gelezen dat er drie niveau’s van zekerheid zijn:
- De zekerheid uit het geloof dat steunt op de beloften die God doet in Zijn Woord. Het denken en redeneren van de mens speelt hierin een belangrijke rol. Het geloof redeneert als volgt: ‘Ik ben een zondaar en ik voel daarover berouw in mijn hart. Ik ben niets minder waard dan de hel en God is absoluut niet verplicht mij te redden. Ik wil mijn zonden belijden en ik verlang naar vergeving, zodat ik weer kan leven tot eer van God. Ik lees in de Bijbel dat God Zijn Zoon gezonden heeft naar de wereld om zondaren zalig te maken. Jezus biedt Zichzelf aan als Mijn Redder. Volgens de beloften is Hij bekwaam en gewillig om mij te redden. Hij zegt dat een ieder die tot Hem komt, geenszins uitgeworpen zal worden (Johannes 6:37). De voorwaarden om door Hem gered te worden zijn bekering en geloof. Ik wil mij bekeren van mijn zondige leven en God gaan eren en ik wil al mijn eigen (goede en slechte) werken als schade en drek achten, om alleen door het geloof in Christus gerechtvaardigd te worden. Nu, ik kom in dit geloof tot Jezus. Volgens de belofte kan, wil en zal Hij mij redden.’
Toepassing: Om dit geloof te voeden en te versterken moeten wij ijverig zijn in het bestuderen van Gods Woord. Het geloof moet zich richten op vier dingen: [1] Wie het belooft heeft; [2] De aard van de belofte; [3] Het aanbod van de belofte/aan wie het belooft wordt; [4] Wat het doel is van God in het geven van deze beloften.
[1] Wie het belooft heeft: dit is God Zelf. Als we beter zouden beseffen wie God is, zouden we niet of nauwelijks meer twijfelen. Het geloof richt zich met name op Gods waarachtigheid en trouw: “God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen en niet doen, of spreken en niet bestendig maken?” (Numeri 23:19) “… in de hoop van het eeuwige leven, welke God, Die niet liegen kan, beloofd heeft, voor de tijden der eeuwen….” (Titus 1:2). Door het ongeloof maken we God tot een leugenaar (1 Johannes 5:10), maar door het geloof verzegelen we dat God waarachtig is (Johannes 3:33). Daarnaast richt het geloof zich op Gods macht: “En hij (dat is Abraham) heeft aan de belofte van God niet getwijfeld door ongeloof, maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer. En ten volle verzekerd zijnde, dat hetgeen beloofd was, Hij ook machtig was te doen.” (Romeinen 4:20-21) Ten derde richt het geloof zich op Gods goedheid/liefde/genade in het willen vergeven van de zonde: “Wie is een God gelijk Gij, Die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel van Zijn erfenis voorbijgaat?” (Micha 7:18).
[2] De aard van de belofte: Dat een God, Die niet liegen kan, iets beloofd heeft, zou al genoeg moeten zijn om al onze twijfels weg te nemen. Maar om ons in ons zwakke geloof tegemoet te komen, heeft God de beloften vergezeld met een eed: “Want als God aan Abraham de belofte deed, dewijl Hij bij niemand die meerder was, had te zweren, zo zwoer Hij bij Zichzelf (…) Want de mensen zweren wel bij de meerdere dan zij zijn, en de eed tot bevestiging is denzelven een einde van alle tegenspreken; waarin God, willende de erfgenamen van de beloftenis overvloediger bewijzen de onveranderlijkheid van Zijn raad, met een eed daartussen is gekomen; opdat wij door twee onveranderlijke dingen, in welke het onmogelijk is dat God liege, een sterke vertroosting zouden hebben.” (Hebreeën 6:13-18). Daarnaast zijn alle beloften van God in Jezus Christus ja, en zijn in Hem amen (2 Korinthe 1:20). Zo min als Jezus kan falen in Zijn verlossingswerk, zo min kunnen de beloften van God haar vervulling missen.
[3] Het aanbod of de reikwijdte van de belofte: Een van de moeilijkheden in het geloof is het toe-eigenen van de belofte. Het is waar dat God beloften doet aan mensen, maar ook aan mij persoonlijk? Zolang we twijfelen of de belofte wel aan ons gedaan zijn, kunnen we niet echt geloven. Aan wie worden de beloften gedaan? Volgens Hebreeën 4:1-2aan allen die het Evangelie horen. Door het Evangelie belooft God ALLE mensen dat als ze zich bekeren en geloven in Zijn Zoon, vergeving van zonden en het eeuwige leven hebben. De beloften zijn voor jou, maar ze doen geen nut als je ze niet met het geloof mengt. De beloften zijn in het bijzonder gericht aan overtuigde en bijna wanhopige zondaren, niet om anderen daarmee uit te sluiten, maar juist om hen die het moeilijkste kunnen geloven, te helpen zichzelf niet te verdoemen, terwijl God hen wil aannemen.
[4] Het doel van God in het geven van de beloften: Zodra een wedergeborene hier zicht op heeft, wil hij niets liever dan geloven. Gods doel met alles is namelijk dat Hij verheerlijkt wordt. Wat niet tot Zijn eer is, is zonde. Maar wat wel tot Zijn eer is, is een plicht en een goed werk. Nu, is het zondig om de beloften te geloven? Nee, het is juist tot eer van God! “De beloften van God zijn in Hem amen, God tot heerlijkheid door ons.” (2 Korinthe 1:20) “Abraham is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer.” (Romeinen 4:20). Als je gelooft, weet dan dat het tot eer van God is! Daarom is geloven ook een plicht (Johannes 6:29; 1 Johannes 3:23; Romeinen 1:5, etc.)
Hoewel er door sommigen tegen deze manier van geloven sterk gewaarschuwd wordt, is dit toch het werk van het ware geloof. Als je oprecht berouw hebt over je zonden en je wil al je heil alleen in Christus zoeken, dan mag je gelovig concluderen dat je gered bent! Het geloof richt zich hierin op het Woord van God en dat is een goed en vast fundament. Je zult hiermee niet beschaamd uitkomen!
- Een diepere vorm van zekerheid kunnen we krijgen door te zien op de vruchten van het geloof. We moeten ons zelf beproeven of we in het geloof zijn (2 Korinthe 13:5) en of de Geest van God en Christus in ons woont (Romeinen 8:9) Hoewel we gerechtvaardigd worden alleen door het geloof zonder werken, kan het ware geloof niet zonder werken bestaan. Het Evangelie is een kracht van God tot zaligheid, in iedereen die gelooft (zie Romeinen 1:16). Het geloof zal ons hart reinigen en vernieuwen, zodat we daadwerkelijk in gehoorzaamheid gaan leven.Hele delen van het Nieuwe Testament zijn hierom geschreven, om zeker te weten dat we in het ware geloof leven. De eerste brief van Johannes staat vol kenmerken van wedergeborenen/waar gelovigen, opdat zij die geloven in de Naam van de Zoon van God zouden weten dat ze het eeuwige leven hebben (1 Johannes 5:13). De fundamentele kenmerken zijn liefde tot God en medegelovigen, een afkeer van het kwade/de werken van de duisternis en een verlangen om voor God heilig en toegewijd te leven.
Dit is de reden dat als we moedwillig in zonde leven of bewust een zonde niet hebben beleden, we geen zekerheid kunnen hebben van ons behoud. Zouden we wel die zekerheid hebben, dan zou dit een valse zekerheid zijn die ons verhardt in de zonde. Dit betekent niet dat er pas echte zekerheid is als we zondeloos zijn. Dat leert de Bijbel niet. Integendeel, “indien wij zeggen dat wij geen zonde hebben, zo verleiden wij onszelf, en de waarheid is in ons niet.” (1 Johannes 1:8) “Wij allen struikelen in vele” (Jakobus 3:2).
Toepassing: Het is niet eenvoudig om hierin zuiver te handelen en oordelen. Ons twijfelende hart kan ons met een beetje hulp van de duivel gemakkelijk veroordelen. Als we zien op ons zelf, dan ontdekken we dat we lang niet volmaakt of zondeloos zijn. ‘Haten we de zonde wel echt? Waarin verschillen we van een huichelaar die moedwillig zonden vasthoudt? Als we écht zouden geloven, zouden we dan niet meer liefde tot God moeten voelen? Is er wel echt sprake van heiliging in ons leven?’ Dit zijn vragen die ons makkelijk bevliegen en alle hoop en troost ontnemen. Een puritein zei daarom tegen zijn gemeente dat als ze 1 keer op zichzelf zagen, dat ze 1000 keer op Christus moesten zien.
Aan de andere kant is het toch mogelijk om ons zelf eerlijk te toetsen. We kunnen van onszelf weten of we de zonden doen uit moedwil of uit zwakte. Misschien lukt het ons niet om de zonde te doden, toch is er een verlangen om wel bevrijd te worden van de zonde. Misschien falen we dagelijks en zijn we teleurgesteld in ons zelf, toch weten we diep in ons hart dat de zonde ons een last is en geen lust.
Een belangrijk wapen in de strijd is het belijden van de zonde en geloven dat deze dan ook vergeven is: “Indien wij onze zonden belijden, God is getrouw en rechtvaardig dat Hij ons de zonden vergeeft en ons reinigt van alle ongerechtigheid.” (1 Johannes 1:9) Zolang we niet door het geloof gebruik maken van deze belofte, zal ons geweten ons aanklagen en kunnen we niet heilig leven (dan zijn we weer onder wet, in plaats van onder het Evangelie). “Het bloed van Christus reinigt ons geweten van dode werken, om (met als doel) de levende God te dienen.” (Hebreeën 9:14).
Dus: zodra je zondigt, belijd deze en geloof dat deze vergeven is. Sta weer op en leef vanuit de liefde van God (Die jou heeft vergeven en aangenomen tot Zijn kind) en dood de zonde. Is de zonde te sterk, ga direct naar het kruis en laat het bloed van Christus je reinigen en heiligen. Door hierin te volharden, zul je uiteindelijk groeien in heiliging, zullen de vruchten van het geloof duidelijker zichtbaar zijn en zal de zekerheid vergroten.
- Bij de voorgaande niveau’s van zekerheid moeten we zelf redeneren en concluderen. In het eerste geval redeneren we vanuit de belofte en de Belover, in het tweede geval redeneren we vanuit onze levens, of die waardig het Evangelie zijn en het geloof door de liefde werkzaam is en dus waar en levend. Er is een hoogste vorm van zekerheid en hierin komt ons verstand er niet of nauwelijks aan te pas. Dit is de directe getuigenis van de Heilige Geest met onze geest dat we kinderen van God zijn (Romeinen 8:16).Elke gelovige heeft de Heilige Geest, maar de werkingen van de Heilige Geest verschillen per gelovige. Hoewel de Heilige Geest onmisbaar is bij het leren vertrouwen op de beloften en het toetsen van ons leven, zijn we minder bewust van Zijn werking dan in het directe getuigenis wat hij ons geeft. De Heilige Geest maakt ons hierin direct duidelijk dat we vrede met God hebben. Hij doet dit op zo’n manier dat we alle twijfel wordt weggenomen en we met de grootste mate van zekerheid weten dat we kinderen van God zijn.
Toepassing: Het is de plicht van elke gelovige naar deze zekerheid te staan, maar deze ervaring niet als een voorwaarde te stellen voordat hij gelooft. We worden opgeroepen om het Evangelie te geloven op basis van Gods beloften, niet om in deze ervaring te geloven. Zij die dus eerst deze verzegeling willen alvorens te geloven, zijn ongehoorzaam aan het Evangelie. Volgens Efeze 1:13 worden we verzegeld met de Heilige Geest, nadat we geloven.
Vaak is de verzegeling van de Heilige Geest een direct gevolg op het gelovig en biddend overdenken van de beloften. Als de ziel zich tot Christus richt, de beloften van vergeving van zonden en aanneming tot kinderen op zichzelf toepast, wordt dit vaak gevolgd door een direct getuigenis van de Heilige Geest dat we kinderen van God zijn. We kunnen de Heilige Geest niet commanderen en dit getuigenis niet afdwingen. We kunnen en moeten wel ijverig jagen naar deze ervaring, door Gods Woord en met name de beloften te onderzoeken, vurig hierom te bidden en te strijden tegen de kleinste zonden in ons hart en leven.
Waarom moeten we hiernaar staan? Er is niets wat ons zo vurig in liefde maakt tot God en de mensen om ons heen, als dit werk van de Heilige Geest. Als de liefde van God in onze harten wordt uitgestort (Romeinen 5:5), gaan onze harten branden van liefde tot God, tot broeders en zusters en tot verloren zielen. We worden gedrongen om God te loven en te prijzen, om anderen te dienen en om zielen voor Christus te winnen. Dit getuigenis van de Heilige Geest is nodig om veel vrucht voor God te kunnen dragen.
Velen in de kerkgeschiedenis hebben zulke momenten ervaren. Mannen als George Whitefield, John Wesley, Jonathan Edwards, Spurgeon, etc. zouden niet zo’n krachtige bediening hebben gehad als ze deze werking van de Heilige Geest niet hadden gehad.
Kort samengevat: Steun voor je behoud enkel op de beloften van God in Zijn Woord (geloof) en gehoorzaam Hem in alles wat Zijn wil is (bekering). Door geloof en bekering heb je het eeuwige leven, ook al voel je die zekerheid niet. Als je zondigt, belijd deze en laat je reinigen door het bloed van Jezus, dat reinigt van alle zonden. Bid God dat Hij je doet groeien in de zekerheid en vraag de Heilige Geest je te heiligen én te verzegelen. Veel gelovigen hebben hier lang voor geworsteld en gestreden, maar het is de moeite waard om er naar te staan!