Het Nieuwe Testament is het tweede deel van de Bijbel en bestaat uit 27 boeken. Zij zijn geschreven na het leven van Jezus om ons te leren wie Hij is en hoe we Hem moeten volgen. Omdat er toen nog geen mogelijkheid was om dingen te fotograferen of op te nemen, zijn we afhankelijk van getuigen. De getuigen van Jezus zijn primair Zijn twaalf discipelen die Hij uitgekozen had om met Hem door Israël te trekken. Zij hebben alles gezien en gehoord wat Jezus deed en sprak. Toen Jezus opgevaren was naar de hemel, hadden zij de verantwoordelijkheid om in de wereld te getuigen van Jezus’ leven, sterven en opstanding. Zij hebben dit gedaan, trouw en moedig. Ze hadden geen geloofwaardige boodschap, ook niet voor die tijd. Ze hadden geen aantrekkelijke boodschap, ook niet voor die tijd. De meeste discipelen zijn vroeger of later de marteldood gestorven. Was met hun sterven hun getuigenis ook weg?
Nee, ze hebben de leer van Jezus niet alleen verkondigd, maar ook opgeschreven. Het Nieuwe Testament kent vier beschrijvingen van het Evangelie, die door Mattheüs (Levi), Markus (waarschijnlijk als opvolger van Petrus), Lukas (reisgenoot van Paulus) en Johannes (de meest geliefde discipel van Jezus) zijn opgeschreven. Het Evangelie is de goede boodschap van Jezus’ leven, sterven en opstanding. De vier verschillende verslagen leren ons Jezus kennen, zoals zij Hem Zelf hebben leren kennen.
Daarnaast kent het Nieuwe Testament heel veel brieven. Deze zijn geschreven aan de eerste christenen. Zij moesten leren wat het Evangelie betekende voor hun leven hier op aarde en het leven wat hen wachtte na hun sterven. Veel van deze brieven zijn door Paulus geschreven: Romeinen, 1-2 Korinthe, Galaten, Efeze, Filippenzen, Kolossenzen, 1-2 Thessalonicenzen, 1-2 Timotheüs, Titus en Filemon. Van de brief aan de Hebreeën is de auteur onbekend. Sommigen denken dat dit ook Paulus is geweest, anderen twijfelen hieraan. Daarnaast zijn er de brieven van Jakobus (broer van de Heere Jezus), 1-2 Petrus, 1-3 Johannes (zelfde schrijver als van het Evangelie) en Judas (ook broer van de Heere Jezus). Het boek Openbaring sluit het Nieuwe Testament af en is ook geschreven door Johannes, de schrijver van het Evangelie en de brieven.
Wie het Nieuwe Testament goed bestudeerd zal onder de indruk komen van de nauwkeurigheid waarmee alles opgeschreven is. De schrijvers hebben alles van te voren goed doordacht en geven betrouwbaar onderwijs. Onderwijs waar ze zelf hun leven voor hebben gegeven en zelfs letterlijk moesten geven. Wie daarnaast het Oude Testament goed kent, zal verwonderd zijn over de manier waarop er dingen honderden jaren ervoor gebeurd en gesproken zijn, die vervuld worden in het leven van de Heere Jezus en Zijn volgelingen.