Onder dit kopje wil ik in gaan op verschillende wereldgodsdiensten: de islam, het hindoeïsme (klein beetje sikhisme) en het boeddhisme. Momenteel zijn dit de grootste godsdiensten na het christendom. Op deze pagina vindt u algemene informatie over religie.
Met de globalisering (de wereld wordt tot een groot dorp) neemt het wederzijds contact tussen verschillende godsdiensten toe. We hoeven vandaag niet meer naar het Midden-Oosten om moslims te ontmoeten of naar India om hindoes te spreken. In één en dezelfde stad of dorp leven vele verschillende godsdiensten als buren naast elkaar. Een middag evangeliseren op straat in Apeldoorn levert gesprekken op met moslims, joden, hindoes en rastafari’s. Omdat we in Nederland in zo’n multi-culturele samenleving wonen, is het noodzakelijk om de levensbeschouwing en overtuigingen van de ander te begrijpen.
Religie is een houding ten opzichte van ons bestaan als mensen. Het is een manier van kijken naar, doen en beleven van de werkelijkheid. Niet één definitie van het begrip religie is universeel geaccepteerd, hoewel er tientallen definities zijn geopperd. Toch heeft iedereen een idee van wat met religie bedoeld wordt. In elke religie zijn er in elk geval dezelfde elementen die terug keren.
In elke religie is er een beleving van heiligheid. Iets of Iemand wordt als heilig beschouwd. Religie gaat over krachten en zingeving in relatie tot ons bestaan als mensen. We ervaren dat ons bestaan bepaald wordt door krachten die zowel positief als negatief op ons inwerken. Denk bijvoorbeeld aan krachten in de natuur: de natuur levert ons de levensbehoeften (kleding, eten, beschutting, etc.); maar de natuur kan ook verwoestend zijn voor ons als mensen (aardbevingen, stormen, overstromingen, etc.). Deze twee elementen, enerzijds de aantrekkingskracht en anderzijds het angstaanjagende van de natuur, hebben vaak tot natuurgodsdiensten geleid.
Religie wordt vaak doorgegeven door middel van verhalen (mythen). Deze verhalen verklaren de oorsprong en de diepste gronden van het leven. De verhalen geven antwoorden op de vragen waar we vandaan komen, wat we hier in dit leven (moeten) doen en waar we naar toe gaan. Deze verhalen zijn sterk gekleurd door de eigen cultuur en context waarin ze zijn ontstaan. Vaak zit er een element van beeldspraak (metaforen) in de verhalen, omdat de diepste waarheden onbeschrijfelijk zijn.
Rituelen zijn een ander belangrijk aspect in religie. Deze hebben ten doel de verhalen in leven te houden, maar ook om eenvoudigweg het goede te doen. Rituelen kunnen dus bestaan in het houden van feestdagen, maar ook in het ondernemen van ‘heilige’ activiteiten, als vasten, op pelgrimsreis gaan of tijd te nemen voor meditatie.
Door de verhalen en rituelen ontstaat er een manier van leven. Gelijkgezinden zoeken elkaar vaak op en komen samen in gemeenschappen. In deze gemeenschappen leeft men van en in dezelfde verhalen en rituelen. Deze gemeenschappen bepalen door de verhalen en rituelen sterk de ethiek of moraliteit van de mensen (wat goed en fout is/het juiste en onjuiste handelen). De mensen met dezelfde religie delen het hoogste doel in het leven en weten wat ze het waard vinden om voor te leven en te sterven. In zekere zin was het atheïstische communisme dus ook een religie (bepaalde waarden en normen worden ‘heilig’ verklaard en daar leeft men voor)!
Daarnaast worden de religies gekenmerkt door leiders. Zij zijn gespecialiseerd in het interpreteren en doorgeven van verhalen en rituelen. Zij hebben de taak de verhalen uit te leggen aan mensen en voor hen de rituelen uit te voeren of hen te helpen de rituelen uit te voeren.
Er zijn vier grote categorieën of typen van godsdiensten. De eerste is die waar de natuur centraal staat. De zogenaamde natuurgodsdiensten. Hierin ligt de nadruk op het herhaalbare van het leven. Zoals de zomer en winter zich afwisselen, de dood van de winter gevolgd wordt door het leven van de lente, zo is het menselijk leven een eindeloze cirkel. De tijd is de grootste vijand van de mens, omdat de tijd de mens afzwakt, veroudert en zorgt voor achteruitgang. Het grote doel van de mens is om terug te keren naar het begin van de schepping, voor de tijd begon.
China staat bekend om de godsdiensten van de harmonie. Het grote kosmosverhaal van de Dao (of Tao) ontstond in dit Aziatisch land. De universele Dao/Tao, waar al het bestaande deel aan heeft, is de bron van al de harmonie. Al het bestaande moet in evenwicht/harmonie zijn. Al het bestaande functioneert vanuit tegenovergestelde elementen yin en yang : licht en duisternis, hemel en aarde, man en vrouw. Dit zijn geen absolute tegenstellingen, omdat er een klein beetje dag is in elke nacht, en een klein beetje nacht in elke dag (schemer in ochtend en avond); elke man heeft iets vrouwelijks en elke vrouw iets mannelijks. Het grote probleem van het bestaan is dat de dingen uit balans raken. Over hoe deze balans te herstellen, zijn er twee overtuigingen, twee religies. Taoïsme spoort de mensen aan om niets (wu-wei) te doen. De harmonie zal dan spontaan ontstaan. Het confucianisme spoort de mensen aan om de rituelen uit te voeren die horen bij iemands positie in de maatschappij (li). Men moet op zijn eigen positie (als kind, ouder, burger, etc.) zijn karakter goed ontwikkelen en het eigenbelang opofferen ten behoeve van de hele maatschappij.
In India ontstonden de godsdiensten van de bevrijding/ontsnapping. Ook hierin speelt de overtuiging dat het leven en dood elkaar in een cirkel afwisselen (reïncarnatie). Het grote doel is hierin echter om aan dit wiel van sterven en opnieuw geboren worden (samsara) te ontsnappen. Het leven is altijd teleurstellend (hoe mooi het soms ook lijkt), want het eindigt in ouderdom, ziekte en sterven. Het leven wordt gekenmerkt door lijden, en daar moet men aan ontsnappen. Het hindoeïsme en boeddhisme hebben hier verschillende wegen (rituelen, meditatie, onbaatzuchtige goede werken, etc.) voor bedacht, die ik uitvoeriger zal uitleggen op de pagina’s die over deze godsdiensten gaan.
In het Midden-Oosten ontstonden de geschiedenis-godsdiensten. Het jodendom, christendom en de islam zijn allen in dit deel van de wereld ontstaan. In tegenstelling tot bovenstaande vormen van religie, draait het in deze godsdiensten niet om de natuur, maar om de geschiedenis. De verhalen zijn niet slechts middelen om de tradities door te geven, de verhalen (als geschiedenis) zijn zelf de centrale uitingen van de religie. Een eindeloze cirkel van dood en leven is hier vervangen door een beginpunt (God schiep) en een eindpunt (de uiteindelijk hemelse werkelijkheid wat de hoop is van de ware gelovigen). Het jodendom, christendom en de islam hebben veel gemeenschappelijk. ‘Zonde’ is het grote probleem van het menselijke bestaan – het falen in het gehoorzamen aan Gods wil, de hoogmoed, zelfzucht en afgoderij. Het grote doel in deze godsdiensten is in harmonie te zijn en te leven met de wil van God. De manier waarop deze gehoorzaamheid ingevuld wordt en waarop aan deze wil van God voldaan wordt, verschilt echter fundamenteel. Deze site is gericht op het christendom, daar zal ik dus hier ook niet over uit wijden. Op de pagina over de islam zal ik meer ingaan op de overeenkomsten en verschillen tussen islam en christendom (en eventueel jodendom).
Hoewel deze vier grote categorieën helpen om de verschillende religies te plaatsen, zal men bij nadere bestudering ontdekken dat er binnen de religies ontzettend veel stromingen en variaties zijn. Dit is het geval bij het christendom, met vele denominaties, maar niet minder bij de moslims en de hindoes.
Een van de redenen hiervoor is het verschil in reactie op de omliggende cultuur. Fundamentalisten willen zich streng houden aan de eigen geloofsovertuigingen om te blijven bij de fundamenten van het geloof, waarin afwijzend wordt gereageerd op de wetenschap en andere aspecten van de moderniteit. Modernisten proberen geloofsinzichten aan te passen aan de inzichten van de wetenschap en de sociale en politieke werkelijkheden van het moderne leven. Postmodernisten wijzen ook het geloof in de wetenschap en de westerse moderniteit af. Religie mag weer een belangrijke rol spelen in het publieke leven, alleen niet op een exclusieve manier (er moet ruimte zijn voor alle religies en diversiteit).
Elke religie heeft te maken gehad met de overgang van de premoderne naar de moderne wereld, en van de moderne naar de postmoderne wereld. Was het vroeger vanzelfsprekend om in God te geloven en alles door middel van religie te verklaren en te plaatsen, sinds de Verlichting nam de wetenschap de plaats in van de religie. Religie werd iets wat hoorde bij een individueel geloof en mening. De wetenschap verklaarde de geloofsovertuigingen en tradities van de premoderne tijd als irrationeel en bijgeloof. De geschiedenis werd gezien als een voortschrijdende ontwikkeling naar een ideale toekomst. De kennis die hiervoor nodig werd, kon alleen verkregen worden door de wetenschap met haar ‘objectieve kijk’ op de wereld. De moderne mens rekende af met alle meta-narratieven, de grote geloofsverhalen. De wetenschap en de technologie moesten de volmaakte wereld brengen, daar moesten we in geloven!
Hoewel sommigen dit nog niet door hebben, is het geloof in de wetenschap sinds de Tweede Wereldoorlog (bijna) net zo onder vuur komen te liggen als het geloof in een religie. Men gelooft inmiddels ook niet meer in het mooie verhaal van de wetenschap. Ook de wetenschap is te relativeren; wetenschappelijke kennis is subjectief, is gebaseerd op heel veel aannames, die nooit bewezen zijn of kunnen worden. De postmoderne mens stelt eenvoudig dat er geen absolute waarheid is, in elk geval niet één die door ons is te bewijzen. Alles is even waar en even onwaar. Iedereen is vrij om te geloven wat hij wil. De religieuze en culturele pluraliteit is hetgeen we nu moeten accepteren voor een betere wereld.
Ja…? Nee! Lees meer op deze site om te ontdekken dat dit echt niet dé oplossing is. De wetenschap heeft op hoge toon het geloof in God belachelijk gemaakt, onder de mom objectief en bewijsbaar te zijn. De wetenschap heeft hierin gefaald. Het is misschien niet mogelijk om het bestaan van God te bewijzen (daargelaten dat er ontzettend veel redenen zijn die het geloof in Hem in elk geval aannemelijk maken), het is nog minder mogelijk om het niet-bestaan van God te bewijzen. Dus (mijn voorstel): terug naar de tijd waarin geloven voor iedereen vanzelfsprekend is! Waarom niet?!
Waarom wel?! Omdat God leeft en iedereen die in Jezus gelooft (Die gezegd heeft: ‘Ik ben de Weg, en de Waarheid en het Leven, niemand komt tot God de Vader dan door Mij’), zal persoonlijk ervaren en zeker wéten dat er een levende God is met Wie we contact kunnen hebben! Ik ben slechts één van de honderdduizenden, miljoen getuigen!
Dit is niet een God in vele verschijningsvormen, Die op alle mogelijke manier gediend kan worden. Er is één God en er is één Redder en er is één Woord van God (de Bijbel) waarin Hij ons duidelijk heeft gemaakt waar wij vandaan komen, waarom we hier zijn/hoe we moeten leven, en waar we naar toe gaan! Als we dit Woord lezen, zullen we ontdekken dat de Auteur nog steeds leeft en Zichzelf openbaart aan degenen die Hem zoeken.
Twijfelt u tussen zoveel religies en weet u niet wat of wie u geloven moet? Heel begrijpelijk… Zoek niet in eigen kracht en op basis van eigen inzicht. Bid tot God dat Hij u de juiste weg zal wijzen en dat Hij u duidelijk maakt wat en Wie de waarheid is. God is veel groter dan ons verstand (begrijpen kunnen we Hem niet!), maar niet te groot voor ons hart om daarin te willen werken en wonen! Zoek Hem (in de Bijbel en door Jezus) en u zúlt Hem vinden!